Onderzoeksproject Onderzoek naar de optimalisatie van groepshuisvesting van voedsters

Voltooid KONSEMI
Gang van de huisvesting konijnen

Contacteer onze expert

Frank Tuyttens

Frank Tuyttens

Groepsleider dierenwelzijn ILVO

Contact

Algemeen kader

Het project KONSEMI werkt op huisvesting in de konijnensector, met name op de vraag onder welke voorwaarden het mogelijk om ook aan voedsters een regime van groepshuisvesting te geven. Sinds 2016 zitten de vleeskonijnen verplicht in een groepshuisvesting. De voedsters zitten vooralsnog alleen, omdat er onmiddellijk na de worp een (te) grote agressiviteit tegenover andere moeders en tegenover de jongen van de andere moeders ontstaat, indien in groep gehouden. Met experimenten op ILVO en in meerdere praktijkbedrijven willen de onderzoekers bekijken in welke mate er toch, partime, voedsters-in-groep kunnen worden overwogen, zodat zowel de productiviteit als het welzijn van de voedsters en hun jongen op een aanvaardbaar peil blijven.

Onderzoeksaanpak

Het project is inmiddels afgerond. In een eerste proef is op twee grote praktijkbedrijven het tijdstip onderzocht, waarop zogende voedsters in staat zijn om met hun jongen in een groepshuisvesting te komen. Jonge konijnen blijven zogen bij de moeder tot ongeveer hun 35ste levensdag en men ging ervan uit dat zij vanaf hun 22ste dag weerbaar genoeg zijn om in groep te worden gehuisvest en dat voedsters dan ook minder agressief zijn. Tijdens de proef zijn de voedsters en hun jongen in groep geplaatst op drie verschillende leeftijden van de jongen: 22, 25 of 28 dagen oud. In een tweede dierproef op het ILVO is bestudeerd in welke mate extra vluchtwegen (via een 2de hoogteplatform) en verstopmogelijkheden (PVC buizen) voor een veiligere omgeving in het groepshok konden zorgen. Ook is de groepsgrootte, 3 of 4 voedsters met hun jongen, onderzocht. Het effect van extra vluchtmogelijkheden (houten tussenschotten) en afleidingsmateriaal (luzerne) is apart onderzocht in een derde dierproef op een praktijkbedrijf. Hiernaast werd ook de persoonlijkheid van voedsters gescoord om vast te stellen in welke mate via genetische selectie er makkelijker kan gewerkt worden met groepshuisvesting en hoe de hiërarchievorming tussen voedsters verloopt.

Relevantie/Valorisatie

Uit de eerste dierproef blijkt dat groeperen op de vroegste dag (als de jongen 22 dagen oud zijn) zorgt voor meer sociaal contact tussen voedsters en minder verwondingen bij de jongen. Uit de tweede dierproef verschijnen er geen aantoonbare verbeteringen ten gevolgde van extra vluchtwegen, verstopmogelijkheden en een lagere groepsgrootte op agressief gedrag. Wel is er minder dreiggedrag en een lagere verwondingsscore gevonden in groepen van 3 voedsters. Uit de resultaten van de derde dierproef kunnen we niet besluiten dat de vluchtmogelijkheden en afleiding een direct positief of negatief effect heeft op de reproductieve prestaties, huidverwondingen en gedrag. Een deel van de voedsters verschilt sterk qua gedrag tussen reproductieronden. Voor andere voedsters geldt dat niet. Dit kan erop wijzen dat er vaste individuele karaktereigenschappen bestaan voor ‘agressiviteit’, ‘ontwijken’ en ‘socialiteit’. Het gedrag was zeer variabel tussen de reproductieronden en tussen de verschillende groepssamenstellingen.

Financiering

Vlaamse Overheid - Leefmilieu, Natuur & Energie - Dienst Dierenwelzijn