Dossier Alternatieven voor de castratie van biggen

De castratie van biggen staat al ruim 20 jaar op de Europese dierenwelzijnsagenda. Vanaf 1 januari 2024 kan dit in België enkel nog met lokale verdoving en pijnbestrijding. Daarnaast zijn er ook nog andere alternatieven, elk met zijn voor- en nadelen. Wat zijn deze alternatieven? Wat is de stand van zaken en welke stappen zijn nodig voor verdere implementatie?

varken kijkt naar camera

Wat doet ILVO?

  • 3 experts in het smaak en geurlabo van ILVO
    Uitvoering van sensorische detectie van berengeur en training van experten.

Waarom worden biggen gecastreerd?

Ongeveer 4% van de mannelijke varkens of ‘intacte beren’, heeft berengeur. Dit is een onaangename geur of smaak die voorkomt in varkensvlees en -vet. Deze berengeur wordt veroorzaakt door de opstapeling van androstenon en skatol in het vetweefsel van de mannelijke varkens. In mindere mate zou ook indol een rol hierin spelen. Androstenon wordt in de teelballen geproduceerd. Een deel komt via het speeksel vrij en werkt als feromoon: het stimuleert de bronst en het stagedrag bij de zeug. Het overige deel wordt opgeslagen in vetweefsel. Skatol en indol worden door bacteriën in de dikke darm gevormd bij zowel vrouwelijke en (gecastreerde) mannelijke varkens, maar de aanwezigheid van androstenon bij de intacte beren zorgt ervoor dat de afbraak in de lever wordt geremd en deze componenten aldus in het vet worden opgeslagen.

Om bij beren die ongewenste geur of smaak te vermijden, worden de meeste mannelijke biggen gecastreerd. Hierdoor zijn deze mannelijke varkens ook minder agressief en vertonen ze minder seksueel gedrag. Ook in Europa gebeurt deze castratie nog veelal onverdoofd, al dan niet met pijnbestrijding. De veehouders voeren deze chirurgische ingreep zelf uit, wanneer de biggen maximum 7 dagen oud zijn.

Wat zijn de alternatieven?

Al ruim 20 jaar staat de zoektocht naar alternatieven voor onverdoofde biggencastratie zowel in België als in Europa op de agenda. Zowel tijdens de ingreep als enkele dagen daarna veroorzaakt castratie pijn en ongemak bij de big, wat deze praktijk onder druk zet. Om hiervan af te stappen heeft de sector aanzienlijke inspanningen geleverd. Dit heeft geresulteerd in verschillende alternatieven die momenteel in Europa worden toegepast, namelijk:

  • castratie van biggen met pijnbestrijding
  • castratie van biggen onder plaatselijke of volledige verdoving
  • geen castratie: productie van intacte beren
  • geen castratie: toepassing van immunocastratie op basis van een vaccinatie

Met andere woorden, ofwel worden de biggen nog steeds gecastreerd op een diervriendelijkere manier, ofwel worden ze niet gecastreerd en wordt er ingezet op de reductie en/of detectie van berengeur.

Stand van zaken in Europa en België

De voorbije jaren maakte elk land en elke markt zijn eigen keuze voor één of meerdere van bovengenoemde alternatieven. In België wordt nog steeds ruim drie kwart van de mannelijke biggen gecastreerd. Sinds 2011 is het verplicht om deze castratie met pijnbestrijding uit te voeren. Vanaf 2024 is het echter enkel nog toegestaan om biggen te castreren onder lokale verdoving en met pijnbestrijding. Daarnaast wordt voornamelijk voor de binnenlandse markt, een deel van de mannelijke varkens intact gelaten of gevaccineerd tegen berengeur. In meerdere buurlanden is castratie onder lokale of volledige verdoving al langer wettelijk verplicht (Tabel 1).

Productie van intacte beren

In het Verenigd Koninkrijk, Ierland en gedeeltelijk ook in Spanje en Portugal laten ze de castratie van biggen al langer achterwege. Een aantal landen schakelden recenter om. In Nederland worden ondertussen meer dan de helft van de mannelijke varkens als intacte beer geproduceerd. In Frankrijk, Duitsland en België bedraagt dit aandeel respectievelijk 40%, 20% en 10%. Bij de productie van intacte beren, wordt er meestal wel een vorm van detectie of reductie van berengeur toegepast, om berengeur in vlees en vet te vermijden.

Detectie van berengeur

Aan de slachtlijn wordt berengeur sensorisch beoordeeld door speciaal opgeleide personen. In België ondersteunt ILVO ook de opleiding en opvolging van deze berengeurexperten Een nadeel van deze methode is dat deze subjectief is. Daarnaast zijn er ook enkele objectieve analytische methodes in ontwikkeling. In een Deens slachthuis werd een detectie-opstelling geïmplementeerd om beide berengeurcomponenten, namelijk skatol en androstenon chemisch te analyseren aan de slachtlijn. Deze methode lijkt veelbelovend en zou de productie van beren in een stroomversnelling kunnen brengen. Maar voorlopig wordt deze methode nog niet op andere locaties toegepast omwille van zijn complexiteit en hoge investeringskost. De kostprijs van de berengeuranalyse wordt op 1 à 2 euro per karkas geschat.

Reductie van berengeur

Om berengeur bij intacte beren te vermijden, zijn voederstrategieën zeer effectief. Ook genetische selectie is mogelijk en kan het eenvoudigst toegepast worden bij de vaderlijn. Een aantal ‘laag-berengeur’ vaderlijnen zijn al op de markt gebracht. Door het management in de vleesvarkensstal te richten op het beperken van stress, zou berengeur mogelijk ook minder optreden. Test een karkas aan de slachtlijn toch positief op berengeur, dan is inmenging van het vlees in verwerkte vleeswaren mogelijk. Dit kan tot een aandeel van 50% in sommige producten, al dan niet in combinatie met de juiste manier van kruiden of roken.

Vleeskwaliteit van intacte beren

Op vlak van vleeskwaliteit scoren beren iets minder in vergelijking met bargen. Vlees van beren heeft een lager intramusculair vetgehalte, waardoor het wat taaier kan zijn. Het vet is ook meer onverzadigd en daardoor zachter dan dat van bargen. Daardoor is het minder geschikt voor bepaalde vleeswaren, zoals gedroogde hammen. Bijsturen van vleeskwaliteit via aangepast voeder is wel deels haalbaar. Daarnaast kan er via selectie ook ingezet worden op een hoger intramusculair vetgehalte.

Management

Naar gedrag toe is er ondertussen al veel ervaring met de productie van intacte beren. Belangrijkste regel is om onrust te vermijden, door bv. geen hokken te mengen en voldoende voeder, eetplaatsen en verrijkingsmateriaal te voorzien. Selectie tegen ongewenst gedrag is mogelijk, maar is momenteel geen prioriteit in de veredelingsprogramma’s. Tot slot worden intacte beren best gescheiden van gelten om ongewenste vroege dracht te voorkomen.

Omschakeling naar intacte beren

Omschakelen naar intacte beren kan momenteel enkel als een varkenshouder een overeenkomst heeft met zijn afnemer. Mits die overeenkomst, geeft de productie van intacte beren een aantal voordelen. Economisch geeft het betere resultaten door de betere voederconversie en slachtkwaliteit van intacte beren in vergelijking met bargen. Op ecologische vlak zijn intacte beren ook de beste keuze, de stikstof- en fosforuitstoot en carbon footprint is lager dan deze van bargen. Bovendien is het niet meer nodig om biggen te castreren, een handeling die door vele varkenshouders als onaangenaam wordt ervaren.

Immunocastratie

In 2009 werd in Europa het vaccin tegen het gonadotropine-releasing hormoon geregistreerd voor toepassing bij mannelijk varkens. Deze vaccinatiemethode wordt meestal immunocastratie genoemd. Soms wordt er ook over chemische castratie gesproken, maar deze benaming klopt niet echt. Concreet betekent immunocastratie dat in de loop van de vleesvarkensperiode twee injecties worden toegediend aan de intacte beren. De eerste injectie rond 10 à 14 weken leeftijd en de tweede 4 à 6 weken voor het slachten. Immunocastratie biedt een oplossing voor de problemen die kunnen optreden bij de productie van intacte beren op vlak van vleeskwaliteit, berengeur en gedrag. Immunocastraten hebben een goede vleeskwaliteit die dicht aansluit bij die van bargen en vanaf een week na de tweede vaccinatie vertonen ze geen berengedrag meer. Net zoals bij castratie zorgt immunocastratie er voor dat berengeur gereduceerd wordt.

Moeizame implementatie in de sector

Immunocastratie kent echter nog steeds aarzelend ingang. In de meeste Europese landen blijft de marktacceptatie het knelpunt voor verdere omschakeling naar immunocastraten. Voornamelijk omdat de sector zich vragen stelt bij de acceptatie van immunocastratie door de consument. Varkenshouders kunnen ook bij dit alternatief enkel omschakelen als ze afzet hebben voor hun varkens. In België is het aandeel immunocastraten met 10 à 15 procent het hoogst, maar ook in Zweden, Noorwegen, Spanje, Portugal en Zwitserland wordt immunocastratie toegepast. In Frankrijk en Duitsland is het aandeel laag (4%), al neemt dit toe nu castratie daar enkel nog onder verdoving mag worden uitgevoerd. De kostprijs voor immunocastratie is ongeveer 3,5 euro. Ondanks deze kost blijft het economisch interessant om immunocastraten te produceren i.p.v. bargen door de betere prestaties op vlak van voederconversie en slachtkwaliteit.

Omschakeling naar immunocastratie

Omschakelen naar immunocastratie kan momenteel enkel als er een overeenkomst is met de afnemer. Mits die overeenkomst kan een varkenshouder economisch voordeel behalen door een gunstigere voederconversie en betere slachtkwaliteit ten opzichte van bargen. Binnen de biologische varkenshouderij wordt immunocastratie niet toegestaan.

Verdoofd castreren: volledig of lokaal

Castratie onder verdoving en met pijnbestrijding werd lange tijd als oplossing gezien, maar geraakte met de Declaratie van Brussel (2010) op de achtergrond. Hierbij werd vooropgesteld om te stoppen met castreren tegen 2018 mits de alternatieven praktisch en economisch haalbaar waren. Doordat er nog steeds een aantal knelpunten spelen bij intacte beren en immunocastraten wordt ondertussen ook castratie onder lokale of volledige verdoving in verschillende landen toegepast en opnieuw als oplossing naar voor geschoven (Tabel 1).

Wie mag de verdoving bij de castratie van biggen toepassen?

Knelpunt bij de optie van verdoving tijdens de castratie van biggen is dat dit niet zomaar toegepast mag worden door de varkenshouder. Het toepassen van verdoving is nl. een diergeneeskundige handeling en ook op het vlak van de diergeneesmiddelenwetgeving is een aanpassing in de wetgeving noodzakelijk. In een aantal landen is deze aanpassing reeds doorgevoerd, waardoor lokale verdoving via een injectie of volledige verdoving met een gas (isofluraan of CO2) na het volgen van een opleiding wel uitgevoerd kan worden door de varkenshouder. Volledige verdoving via injectie kan enkel toegepast worden door een dierenarts.

In een nieuw Koninklijk Besluit (KB) is vastgelegd dat de castratie van biggen onder lokale verdoving met pijnbestrijding in België vanaf 1 januari 2024 wettelijk verplicht is. Het KB bepaalt dat de lokale verdoving door de varkenshouder kan worden uitgevoerd, maar onder toezicht van een dierenarts.

Tabel 1 Overzicht van toepassing van castratie onder lokale of volledige verdoving in verschillende Europese landen

Land

Type verdoving

Methode

Geschat

aandeel

Denemarken

Lokale verdoving

sinds 2019

Injectie in de zaadstreng (procaïne) door varkenshouder

60%

Duitsland

Volledige verdoving

Sinds 2021

Met gas (isofluraan) door varkenshouder

Of via injectie (Ketamine- Azaperon) door dierenarts

80%

Frankrijk

Lokale verdoving

sinds 2022

Injectie in de zaadstreng (lidocaïne) door varkenshouder

60%

Nederland

Volledige verdoving

sinds 2009

Met gas (CO2) door varkenshouder

40%

Noorwegen

Lokale verdoving

sinds 2002

Injectie in de zaadstreng (lidocaïne + adrenaline) door dierenarts

95%

Zweden

Lokale verdoving

sinds 2016

Injectie in de zaadstreng (lidocaïne + adrenaline) door varkenshouder

90%

Zwitserland

Volledige verdoving

sinds 2009

Met gas (isofluraan) door varkenshouder

Of via injectie (Ketamine- Azaperon) door dierenarts

90%

Ervaringen met de toepassing van castratie onder verdoving

Toepassing van castratie met verdoving heeft voor de sector het voordeel dat er nog steeds bargen geproduceerd kunnen worden met een gekende eindkwaliteit en zonder eventuele gedragsproblemen. Door de combinatie met pijnbestrijding, vermindert dit de pijn tijdens en na de ingreep. Toepassen van verdoving is natuurlijk wel complexer en enkel zinvol indien deze correct wordt uitgevoerd. Een goede opleiding en begeleiding bij opstart is dus noodzakelijk. Bij lokale verdoving is het belangrijk dat de zaadstrengen mee verdoofd worden omdat het doorsnijden van de zaadstrengen een zeer pijnlijk aspect is van de castratie. Het gaat ook gepaard met extra kosten, op vlak van investeringskost, geneesmiddelen en arbeid.

Bij bevraging van de ervaringen bij volledige verdoving gaven varkenshouders aan dat de castratieprocedure vlotter kan uitgevoerd worden als de dieren volledig verdoofd zijn en dat er meer rust is bij de zeugen en biggen in de stal. Net zoals we ook ervaarden tijdens het CASPRAK-project bij de evaluatie van de CO2-verdoving, geeft o.a. Duits onderzoek aan dat verdoving met isofluraan goed kan werken. Het vraagt wel de nodige investeringen (aankoop toestel, gas en vervanging filters) en technische ondersteuning bij de opstart om de methodiek op elk bedrijf afzonderlijk op punt te stellen. Ook nadien is technische opvolging en onderhoud van de verdovingstoestellen belangrijk voor een goede uitvoering van de verdoving.

Consumentenacceptatie van de alternatieven

Uit een door ILVO-uitgevoerde enquête bij 4 700 consumenten uit 16 Europese landen blijkt de acceptatie van de alternatieven hoog, met castratie met verdoving en/of pijnbestrijding als best aanvaard alternatief (85%), gevolgd door immunocastratie (71%). Vlees van intacte beren is oké voor de helft van de consumenten (50%), maar wellicht ligt dit percentage nog hoger als berengeurvrij vlees gegarandeerd kan worden.

Ook interessant

Contactdag

Tour de Boer voor varkenshouders

Afgelopen Startlocatie: Kortwagenstraat 87, 8880 Ledegem (België). NM: Izegemsestraat 452, 8501 Heule (Kortrijk)
Vanden Abeele varkensstal

Het Veng-systeem en het VeDoWS stalsysteem zijn voorbeelden van technieken voor ammoniakreductie. Tijdens deze ‘Tour de Boer’ bezoeken we tw...