Onderzoeksproject Beperken van bodem lachgasemissies in Vlaanderen

In uitvoering LILA

Beperking van bodem lachgasemissies: innovatieve mitigatiemaatregelen voor de Vlaamse landbouw en ontwikkeling van regionale emissiefactoren

bodem akker

Contacteer onze expert

Algemeen kader

Hoeveel en welke gasvormige emissies komen er vrij uit landbouwbodems in Vlaanderen? Met welke maatregelen of praktijken kan een landbouwer die emissies beperken? En hoe ontstaan er mogelijks tradeoffs, waarbij vb. één type emissiesoort (vb lachgas) vermindert maar een andere emissie (vb. ammoniak) juist vermeerdert? Deze vragen wil ILVO beantwoorden in het project LILA. Bij aanvang van dit project schat men dat de broeikasgasemissies uit landbouwbodems 15% uitmaken van de totale broeikasgasuitstoot binnen de landbouw. Vooral lachgas (N2O) zou daarin een groot aandeel hebben: liefst 72% van de totale lachgasuitstoot binnen de landbouw komt uit de bodem. De onderzoekers willen preciezer in kaart brengen welke omstandigheden en processen rond gebruik en inwerking van kunstmest, dierlijke mest en gewasresten een invloed hebben op (het evenwicht tussen) N2O (lachgas)- en NH3 (ammoniak)-emissies, en anderzijds op de opbouw van koolstof in de bodem, en dus een vermindering van CO2 in de atmosfeer (dus klimaatmitigatie). Het toedienen van organische bemesting wordt gezien als koolstofopslag bevorderende actie, en gestimuleerd a.d.h.v. een eco-regeling. Als de CO2-emissiereductie daarbij zou leiden tot (veel) meer emissie van het sterkere broeikasgas N2O, dan is er meer klimaatachteruitgang dan -vooruitgang.

Onderzoeksaanpak

Concreet monitoren we in meerjarige veldproeven de stikstofemissies en meer algemeen de stikstofverliezen. We brengen de gasvormige stikstofverliezen na toepassing van enkele belangrijke meststoffen gedetailleerd in kaart. Om deze emissies tot een minimum te kunnen beperken onderzoeken we het potentieel van verschillende innovatieve mitigatiemaatregelen. Met een modelmatig aanpak gaan we na wat de impact is van koolstoflandbouwpraktijken op mogelijke trade-offs onder de vorm van gasvormige stikstofemissies.

Relevantie/Valorisatie

We bekomen een verfijnde en voor Vlaanderen representatieve weergave van de gasvormige bodememissies na de toepassing van mest(stoffen) en koolstoflandbouw. We kunnen trefzekerder innovatieve veldmaatregelen voorstellen die de emissies zo veel als mogelijk beperken. We krijgen helder welke koolstoflandbouwpraktijken netto een positief effect hebben op de klimaatmitigatie. Hierdoor kan er ook een correctere weergave van de klimaatmitigatie gebeuren in carbon farming schema’s. Samengevat draagt LILA bij aan een fijnere, beter onderbouwde klimaatboekhouding.

Financiering

VLAIO