Dossier Water in de landbouw
- Ruimtelijk beleid
- Landschapsinrichting
- Open ruimte
- Ontharding
- Plattelandsontwikkeling
- Agroforestry
- Agro-ecologie
- Water
- Klimaatverandering
- Ecosysteem
Het regent vaak in België. Toch is de vraag naar water soms hoger dan wat onze grondwatervoorraden en rivieren kunnen dragen. Dat zal zeker zo zijn in de toekomst, waar we ons in Vlaanderen vooral mogen verwachten aan meer weersextremen, dus ook meer droge periodes. Tegelijk zullen ook intense regenbuien vaker voorkomen. Hoe kan de landbouw zich voorbereiden?
Ga naar Expertisecentrum Landbouw- en Klimaat
Wat doet ILVO?
-
Samen met diverse watergebruikers in het landschap maakt ILVO (letterlijk) ruimte voor water.
-
Samen met de Bodemkundige Dienst van België en diverse proefcentra bekijkt ILVO hoe we minder water kunnen laten weglopen via drainage.
-
Een goede bodemstructuur is cruciaal om water te laten infiltreren en vast te houden. ILVO onderzoekt hoe je die structuur kan verbeteren.
-
ILVO onderzoekt rassen van gekende gewassen, nieuwe teelten en hele landbouwsystemen die potentieel klimaatrobuust(er) zijn.
-
In verschillende projecten onderzoekt ILVO hoe het waterverbruik op boerderijen en hun irrigatieadvies beter kan.
In Deel 1 van dit dossier kijken we naar de huidige stand van zaken: Hoe zit het met de watervoorraden in Vlaanderen, en hoeveel verbruikt de landbouw?
In Deel 2 kijken we naar de toekomst: Hoe zal klimaatverandering onze waterbeschikbaarheid aantasten?
In Deel 3 tot slot overlopen we oplossingen voor de landbouwsector, en welke onderzoekstopics momenteel nog lopen.
DEEL 1 - SITUATIESCHETS
Is er nu te veel of te weinig water in Vlaanderen?
Het regent vaak in België en toch staat ons land hoog op de wereldranglijst van regio’s met waterstress. Dat betekent dat we een hoog risico hebben op situaties waarbij niet alle watergebruikers nog voldoende water kunnen krijgen om aan hun vraag te voldoen. Dat zal zéker zo zijn in de toekomst, waar we ons mogen verwachten aan meer weersextremen door de klimaatverandering en dus ook meer droge periodes of hevige buien met wateroverlast. Gecombineerd met de vele verharding en de hoge bevolkingsdichtheid, zorgt dit ervoor dat onze watervoorraden soms onder druk staan, ook al hebben we het gevoel dat het hier vaak regent en er genoeg water voorhanden is... Als het langer droog blijft is landbouw in elk geval, net als de natuur, erg kwetsbaar. Dat werd ook duidelijk in het rapport van de European Environment Agency in 2024.
Is de landbouw mee de oorzaak van het probleem?
Als we naar de cijfers kijken, is de landbouw in Vlaanderen niet de grootste verbruiker van water: slechts ca. 10% van het totale waterverbruik komt van landbouwactiviteiten (cijfers voor 2022 - bron: VMM). Er zijn wel grote regionale verschillen. In West-Vlaanderen gaat het bv. om 40%. Dat heeft ook te maken met de grote verschillen tussen sectoren in de landbouw. Zo verbruiken veeteelt en groententeelt een stuk meer water dan akkerbouw. In sommige regio’s kan het dus wel zo zijn dat de landbouw een grotere waterverbruiker is dan industrie en families. Daarnaast neemt de landbouw ongeveer de helft van onze totale oppervlakte aan land in in Vlaanderen. In Figuur 1 zie je de evolutie van het waterverbruik door de Vlaamse landbouw sinds 2000 t.e.m. 2021.

Doorheen de jaren werd op heel wat plaatsen drainage aangelegd om landbouw mogelijk te maken of de productie te verhogen. De meeste landbouwgewassen houden immers niet van te veel water bij hun wortels. Dat heeft ervoor gezorgd dat er meer voedsel en voeder geproduceerd kan worden, maar ook dat we in sommige periodes onnodig water uit het landschap afvoeren in plaats van het te bufferen in de ondergrond voor later. Hoeveel land gedraineerd wordt in Vlaanderen weten we niet precies, maar het is wel duidelijk dat we in de toekomst wellicht wat slimmer kunnen draineren, liefst enkel wanneer het nodig is om de veldwerkzaamheden en de groei van de teelten te vrijwaren.
De landbouwsector is in elk geval erg kwetsbaar voor een tekort aan water en zet dus ook best in op maatregelen om het eigen verbruik zoveel mogelijk te beperken en het natuurlijke watersysteem zoveel mogelijk te ondersteunen, net zoals andere waterverbruikers dat ook moeten doen.
Welke sectoren verbruiken het meeste water binnen landbouw? En hoe zit het met die watervoetafdruk?
Momenteel verbruiken de glastuinbouw en de veeteelt het meeste water (Figuur 2). In de glastuinbouw is maximaal inzetten op circulaire waterstromen en efficiënte irrigatietechnieken een prioriteit. Bij de veeteelt gaat het over drinkwater en water voor het reinigen van melkmachines en stallen.

Vaak worden twee begrippen door elkaar gebruikt die eigenlijk fundamenteel van elkaar verschillen: het direct waterverbruik en de watervoetafdruk.
- Het directe waterverbruik is water dat fysiek ‘onttrokken’ wordt uit de kraan, de rivier of grondwaterreserves om meteen te gebruiken. Dat water speelt dus een cruciale rol in de ‘schade’ op een bepaalde plaats, zeker wanneer water schaars wordt.
- De watervoetafdruk is een maat voor het waterverbruik van een product en omvat het direct, indirect en virtueel waterverbruik, gemeten over de hele productieketen. De watervoetafdruk bevat drie soorten water: groen (= effectief verbruikt regenwater), blauw (= verbruikt leiding-, grond- of oppervlaktewater) en grijs (= compensatie vervuild water).
Kijk even mee naar een landbouwgewas. Planten nemen water op om hun voedingstoffen op te nemen en zichzelf te koelen. Sommige gewassen verdampen veel water tijdens hun groei. Ze hebben dus veel ‘direct’ water nodig voor ze geoogst kunnen worden. Maar er wordt ook verborgen/onzichtbaar of ‘indirect’ water verbruikt bij de aanmaak van hulpmiddelen die nodig zijn om gewassen te doen groeien, zoals meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast wordt ook water vervuild bij de aanmaak van hulpmiddelen in de fabriek of door het wegspoelen van gewasbeschermingsmiddelen of nutriënten uit de bodem. Dat vervuilde water moet worden verdund met een hoeveelheid water om niet langer schadelijk te zijn. Zo kan de watervoetafdruk sterk oplopen.
“Direct waterverbruik = water dat fysiek ‘onttrokken’ wordt uit de kraan, de rivier of grondwaterreserves. Watervoetafdruk = een maat voor het waterverbruik over de hele productieketen, met het direct, indirect en virtueel waterverbruik.”
De watervoetafdruk is een goede maatstaf om te bepalen hoeveel water bij een bepaald productieproces komt kijken, maar het is niet perfect. Zo houdt het geen rekening met het feit dat het water op verschillende plaatsen en uit verschillende types waterbronnen wordt geput. Bovendien is de watervoetafdruk een theoretische berekening, want in de praktijk wordt vervuild water niet gewoon gemengd met een enorme hoeveelheid proper water om de vervuiling te ‘compenseren’. Het is dus zeker een goed idee om minder producten te eten en te gebruiken waarvoor wereldwijd in totaal veel water nodig is om ze te produceren. Maar dat wil niet zeggen dat je tijdens een droogte naar hartenlust de douche mag laten lopen.
Wil je meer weten over de watervoetafdruk, hoe die berekend wordt en waarom de voetafdruk van de ene koe niet die van een andere is? Lees dan even deze EOS blogpost.
DEEL 2 - TOEKOMSTPROGNOSES
Wat is de impact van klimaatverandering op de grondwatertafel?
Dat is een complex verhaal en er is helaas geen eenduidig antwoord. Zelfs voor het ondiepe grondwater is de impact van klimaatverandering niet eenduidig. Over het algemeen verwachten we door de klimaatverandering in Vlaanderen minder neerslag in de zomer maar meer in de winter. Als het regent in de zomer, zal het vaker met intense regenbuien zijn. Grondwater wordt vooral gevoed in de winter. Maar er zijn zowel modellen en scenario’s die voorspellen dat deze grondwatervoeding in Vlaanderen door klimaatverandering zal stijgen, als modellen en scenario's die zeggen dat de grondwatervoeding zal dalen.
De onzekerheid op toekomstige voorspellingen van grondwatervoeding is dus enorm groot. Onderstaande grafiek van VMM toont hoe de oppervlakkige grondwaterstand de voorbije jaren (2000-2024) afwijkt van het gemiddelde in dat seizoen. De droge jaren (bv. 2018-2023) springen er duidelijk uit, maar de eerder natte jaren (bv. 2024) vulden de voorraad weer aan (Figuur 3).

Voor het diepe grondwater zal het er vooral van afhangen of we door klimaatverandering en watertekorten 'verplicht' zullen zijn om meer grondwater uit de diepe ondergrond op te pompen en of de overheid (Vlaanderen/Europa) dat al dan niet zal toelaten.
Wat is de impact van klimaatverandering op het oppervlaktewater?
Meer extremen in de weersomstandigheden betekent meer extremen voor het oppervlaktewater. We kunnen ons dus zowel aan meer overstromingen als aan zeer lage debieten (-30% tot -70% in de zomer) verwachten in de toekomst. Vandaar ook de nood aan captatieverboden om kwetsbare natuur, scheepvaart, drinkwaterproductie, koelwater voor industrie enz. stroomafwaarts niet in gevaar te brengen. Bovendien stromen rivieren vaak door verschillende regio's en landen en is het dus noodzakelijk om het waterbeheer en beleid van de regio's en landen op elkaar af te stemmen. De Maas is hier een goed voorbeeld van, want het verdrag voor beheer van de Maas (Maasverdrag) werd ondertekend door België (Brussel, Vlaanderen en Wallonië), Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland.
“het is noodzakelijk om het waterbeheer en beleid van de regio's en landen op elkaar af te stemmen”
DEEL 3 - OPLOSSINGEN
Hoe kan landbouw het beter doen?
Over het algemeen moet de landbouw, net als andere gebruikers, water een plaats geven op het bedrijf en in het landschap. Kernwoorden zijn infiltreren, bufferen en hergebruiken.
- Infiltreren: Dat wil zeggen zeker niet meer verharden en liefst zelfs 'ontharden'. Maar ook water niet meteen via beken en drainageinfrastructuur afvoeren, in tegendeel water zoveel mogelijk ophouden en het de tijd geven om in de bodem te infiltreren.
- Bufferen: Hier hebben we het over het vergroten van de opslagcapaciteit van water op het bedrijf en in de grond. Maximaal regenwater opslaan om later te hergebruiken bijvoorbeeld.
- Hergebruik van water: Er zijn al voorbeelden in de sector van hergebruik, bv. een diepvriesbedrijf dat het spoelwater van de groenten terug laat stromen naar de velden van de groentetelers na zuivering via een gemeenschappelijke infrastructuur. In de veeteelt zijn er voorbeelden van bedrijven die de vloeibare fractie van mest willen opzuiveren om grasland te irrigeren.

Dat infiltreren, bufferen en hergebruiken kan op verschillende manieren, maar moet bovenal deel uitmaken van een langetermijn visie op het landbouwbedrijf en op schaal van het landschap. Als landbouwer kun je aan verschillende maatregelen denken:
- Bodembeheer. We weten dat een goede bodemstructuur ervoor zorgt dat water goed kan infiltreren, maar ook dat het water vastgehouden wordt. Er zijn heel wat zaken die hier invloed op hebben: bodembewerking, toevoegen van organisch materiaal,... Het is vaak ook heel erg afhankelijk van de lokale omstandigheden. Verder onderzoek is nodig, maar de telers blijven niet achter en experimenteren vaak zelf al om zo goed mogelijk voor hun bodem te zorgen.
- Infrastructuur: werken aan efficiënte lokale irrigatieinfrastructuur voor en door de groep van lokale wateraanbieders en watergebruikers, zodat water gegroepeerd gebufferd en verzameld kan worden en over het gebied verdeeld kan worden wanneer het nodig is.
- Teelten: kiezen voor teelten die droogtetolerant zijn, of droogteresistente rassen van gekende teelten. Daar ligt ook een rol voor veredelaars en zaadproducenten.
Op schaal van het landschap ligt de bal veelal bij de overheden om via gebiedswerking samen met de verschillende actoren aan een duurzaam waterbeheer te werken dat landbouw en natuur ook in de toekomst maximaal ondersteunt.

Hoe kunnen we op een verantwoorde manier water opslaan en beregenen in de landbouw?
Dat is een grote uitdaging. Als de trend zich doorzet, zal het geïrrigeerd areaal toenemen. In combinatie met een stijgende watervraag door andere gebruikers en dalende voorraden is dat geen goede trend. Toch denkt ILVO dat er toekomst is voor irrigatie in de landbouw. Hoe dan? Voor goede irrigatiepraktijken kunnen we in België nog iets leren van landen waar irrigatie al lang ingeburgerd is.
- Irrigatiesturing: door met sensoren op het veld en/of in de lucht het bodem-plant systeem op te volgen, kunnen we veel nauwkeuriger voorspellen hoeveel water er nodig is en wanneer.
- Irrigatietechnieken: er wordt in Vlaanderen nog vaak geïrrigeerd met de haspel op het veld omdat dit een mobiele installatie is en vroeger maar zelden geïrrigeerd moest worden. Wanneer het langer droog is, zijn andere irrigatietechnieken waarschijnlijk te verkiezen. Druppelirrigatie is het meest voor de hand liggende voorbeeld, maar ook binnen de groep van sprinkler irrigatie zijn er heel wat factoren die de efficiëntie beïnvloeden.
“Voor goede irrigatiepraktijken kunnen we in België iets leren van landen waar irrigatie al lang ingeburgerd is.”

Irrigatiewater komt vaak uit beken en rivieren of van grondwater. Wanneer het lang droog is, is het soms verboden om water op te pompen uit rivieren en grondwatervergunningen krijgen voor diepe grondwaterlagen wordt steeds moeilijker. ILVO werkte mee aan de online tool ‘WaterRadar’ waarmee landbouw- en tuinbouwers eenvoudig op zoek kunnen gaan naar geschikte alternatieve waterbronnen in de buurt van hun percelen. Hergebruik van gezuiverd afvalwater is voorlopig wel streng gereglementeerd, vermits risico’s op besmetting met pathogenen en vervuiling van bodem en grondwater vermeden moeten worden.
Wat met waterverbruik in de veeteelt?
Ook de veeteeltsector kan inspanningen leveren om het waterverbruik te verminderen. Alleen ontbreekt het in deze sector vaak nog aan betrouwbare cijfers over het waterverbruik. Die cijfers zijn nodig om na te gaan waar de grootste verliesposten zijn.
Hoeveel water drinkt een hoogproductieve koe, beïnvloedt de voedersamenstelling de drinkwateropname bij varkens en pluimvee, hoeveel extra water wordt er gedronken bij hittestress, hoe kan watervermorsing of lekkage voorkomen worden,…? Het zijn vragen waar nu zelden een antwoord kan op gegeven worden. Nochtans is water een kengetal dat een veehouder veel kan vertellen over de gezondheid van zijn kudde en over manieren om het waterverbruik gericht te reduceren. Meer hierover vind je op de pagina van het WAVE-project (2023-2025).
Hoe draagt ILVO bij aan de oplossing?
Klimaatverandering en waterbeheer hangen nauw samen. Daarom coördineert Sarah Garré binnen het Expertisecentrum Landbouw en Klimaat (ILVO-ELK) het onderzoek rond het thema water, landbouw en klimaat, waar veel ILVO-wetenschappers vanuit allerlei disciplines bij betrokken zijn. Zo bouwt ILVO het water-gerelateerd onderzoek verder uit en zet het strategisch onderzoek op poten om de wateruitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden.
Sarah Garré: "Om de Vlaamse landbouw weerbaar te maken tegen klimaatverandering, droogte en wateroverlast, moeten we enerzijds het aanbod aan water vergroten en spreiden in de tijd, en anderzijds ook de vraag naar water verkleinen."
ILVO zet dus heel actief in op het verkennen en verbeteren van (natuurgebaseerde) maatregelen die landbouwers en waterbeheerders kunnen inzitten om meer water in het landschap op te houden en beschikbaar te houden voor wanneer het langer droog is. Dat gaat van het bestuderen van de effectiviteit en het beheer van peilgestuurde drainage en regelbare stuwtjes, over de mogelijkheden over bodemzorg, tot het zoeken naar verdienmodellen voor natte landbouw. De mogelijkheden zijn breed, maar de beste keuze is vaak heel context-afhankelijk. Bovendien stopt (grond)water niet bij de perceelsgrenzen en is het meestal noodzakelijk om de effectiviteit en het beheer ook op landschapsschaal te bekijken. Dat wil niet enkel zeggen ruimtelijk op grotere schaal denken, maar ook wat betreft beheer voorbij het individuele beheer van één landbouwbedrijf denken.

Samen met de betrokkenen voor een systemische aanpak
Het is erg belangrijk om aandacht te hebben voor de impact van maatregelen op het hele agro-ecosysteem. ILVO wil door het ene probleem op te lossen, geen nieuw probleem creëren. Dat kan alleen als we een systemische bril gebruiken en structureel denken, op lange termijn. Dat doet ILVO door samen met landbouwers en andere watergebruikers na te denken over problemen en oplossingen, van veld tot vork. Een goed voorbeeld van zo’n samenwerking is het WaterProtect project, waarin ILVO lokale gebiedscoalities begeleidde om samen met landbouwers in een gebied de waterkwaliteit van beken en rivieren te verbeteren.
Wat gebeurt er op het terrein?
Landbouwers en bedrijven nemen zelf ook veel initiatief. Dat kan gaan van het bevorderen van infiltratie op de velden met infiltratiepoelen, swales en stuwen in grachten over het ontwerpen van efficiënte irrigatieapparatuur, tot het experimenteren met mulchtechnieken en agro-ecologische principes. Deze pioniers ondervinden soms de complexiteit van het Vlaams waterbeheer, dat vertakt zit in verschillende instellingen met specifieke regelgeving en insteken. Ook daar is werk aan de winkel voor ILVO om samen met landbouwers en overheden te werken aan een efficiënter beleid.

Samengevat
ILVO zet in op het vergroten van het wateraanbod én het reduceren van de watervraag met onderzoek dat gaat van plant tot landschap. De focus ligt op structurele oplossingen, met aandacht voor systeemdenken.
Meer informatie over water in de landbouw nodig?
Bekijk de presentaties van onze waterexpert Sarah Garré hieronder of contacteer onze expert.
ILVO Klimaatdag 2024
ILVO-ELK Webinar 2021
Contacteer een expert
