Projectnieuws Groenten op het dak

25/01/2021

Een goede wortelomgeving creëren in een dakmoestuin via circulair beheer, dat was de opzet van een samenwerking tussen ILVO en het Gentse ROOF FOOD. ILVO karakteriseerde de chemische en microbiologische eigenschappen van het substraat van de dakmoestuin, en legde criteria vast voor een “dakmoestuin-verbeterend” middel.

dakmoestuin ROOF FOOD
dakmoestuin ROOF FOOD

De Gentse dakmoestuin van ROOF FOOD is een inspirerende voorbeeldcase voor daklandbouw. Het onderhoud van het daksubstraat is een belangrijke uitdaging, die aangegaan werd binnen een Vlaanderen Circulair project. ILVO karakteriseerde er de chemische en microbiologische eigenschappen, en keek hoe er kan gewerkt worden aan een goeie wortelomgeving voor de groenten. De pH bleek hoog, het koolstofgehalte was aan de lage kant is en de vrijstelling van minerale N was zeer laag. Van de totale hoeveel N in het dakmoestuinsubstraat was er initieel slechts 1% onder minerale vorm aanwezig en de substraten leverden vrij weinig minerale N aan. Voldoende aanvoer van koolstof met een voldoende lage C/N-verhouding naar de dakmoestuin is belangrijk: hoe hoger het koolstofgehalte in het substraat, hoe meer minerale N deze organische stof voor de moestuin kan aanleveren.

De microbiologie van het dakmoestuinsubstraat werd gekarakteriseerd op basis van microbiële activiteit, microbiële biomassa en microbiële diversiteit. De microbiële activiteit in de dakmoestuin-substraten was laag, wat wijst op stabiele organische stof in het substraat. De Roof Food stalen waren bacterieel meer divers dan de 3 groepen referentiestalen (compost, houtig materiaal en potgrond). De schimmelpopulatie in de Roof Food stalen was meer divers dan potgrond, maar niet meer divers dan compost en houtig materiaal.

Om de dakmoestuin circulair te beheren, gingen we op zoek naar een moestuin-verbeterend middel dat aansluit op de noden van de dakakker. De uitdaging is om voldoende C (en dus organische stof) in de toplaag van de dakmoestuin te behouden, de pH niet verder te laten stijgen, en bij voorkeur zelfs licht te doen dalen, en te streven naar het toevoegen van organisch materiaal dat voldoende minerale N kan leveren. Verschillende bodemverbeterende middelen (wormencompost, gft-composten, groencomposten) werden vergeleken i.f.v. het behoud van de vruchtbaarheid van het dakmoestuin-substraat. Voor de gewenste combinatie van koolstofaanvoer, aanvoer van snel mineraliserend organisch materiaal en de verzuring in de toplaag, blijkt er niet één kant-en-klare oplossing te bestaan in de vorm van één product. Verzurende werking en aanvoer van C kunnen via een houtig materiaal verkregen worden, terwijl aanvoer van een bron van minerale N en eventueel andere nutriënten via een compost of via een organische meststof kan gebeuren.

Samen vormen ze een verbeteraar die een betere fit vormt met de noden van de moestuin. Dit draagt bij tot het beter sluiten van kringlopen.

Vragen?

Contacteer ons

Bart Vandecasteele

Expert duurzame teeltsubstraten

Ook interessant