Dossier Stress en welbevinden bij landbouwers
In vergelijking met andere beroepscategorieën lijken landbouwers meer risico’s te lopen op vlak van overmatige mentale druk. Klachten blijven in deze sector vrij lang onder de radar. Er is nood aan meer aandacht en wetenschappelijke onderbouwing van de problematiek en zijn oorzaken.

Wat doet ILVO?
-
ILVO brengt de problematiek op een wetenschappelijke manier in kaart op basis van enquêtes, diepte- en groepsgesprekken.
Welbevinden onder druk
Sommige landbouw(st)ers en hun gezinnen kijken aan tegen een berg aan complexe uitdagingen, die hen mentaal op de proef stellen. De jongste jaren klinken de signalen in binnen- en buitenland over zwaar sociaal en mentaal leed bij veel landbouw(st)ers steeds luider. In Vlaanderen worden helpende organisaties zoals Boeren op een Kruispunt en het Landelijk Infopunt voor Vrouwen overbevraagd op dit thema. Harde cijfers zijn er slechts in beperkte mate.
Het individu of het hele gezin als onderzoekseenheid?
Vanwege de sterke verwevenheid tussen het landbouwbedrijf en de familie, en tussen de werkplaats en de woonplaats bekijken wij de veerkracht als een gezinssituatie. Binnen die eenheid is er een sterke verknoping tussen stressfactoren, het welbevinden en de toegepaste copingstrategieën. Bijvoorbeeld, een gezin dat op een effectieve manier omgaat (coping) met bronnen van stress zal veerkrachtiger zijn dan een gezin dat problemen uit de weg gaat of ontkent. Tezelfdertijd zullen gezinnen die reeds worstelen met hun welbevinden, minder gewapend zijn tegen (nieuwe) uitdagingen.

Zeven oorzaken van boerenstress
De onderzoekers ontdekten 7 groepen van stressfactoren. Die staan niet geheel los van elkaar. Sommige, zoals regelgeving en financiële onzekerheden, komen bij alle gesprekken expliciet aan bod. Andere stressfactoren zijn meer sector- en/of leeftijdsgebonden zoals risico’s en een onzeker toekomstperspectief. Soms spreken landbouw(st)ers meer impliciet over een stressbron, bijvoorbeeld over de uitdaging om als landbouw(st)er steeds meer rollen te vervullen of de dwang om te presteren op het bedrijf.
Gestapelde stressbronnen ondermijnen een mens
Het is de veelheid van factoren die ervoor zorgt dat de landbouw(st)ers als beroepsgroep hun situatie als onhoudbaar ervaren. De oorzaken zijn vaak net heel sterk verweven en staan in voortdurende interactie op een landbouwbedrijf. De gezinnen wijzen naar die combinatie als ze zich mentaal, fysiek, financieel of sociaal uitgeput gaan voelen. ‘Daarom is het belangrijk om de hele context van een landbouwbedrijf in acht te nemen, als je wil inzetten op welbevinden en veerkracht van landbouwgezinnen. Eén stressfactor isoleren en verhelpen levert wellicht geen structurele verbetering op.’

Coping (omgaan met stress)
Coping is de aanpak die iemand toepast om stress het hoofd te bieden. Die aanpak correleert met de psychologische, fysieke, en sociale capaciteiten waarover een persoon of een gezin beschikt. Als landbouw(st)ers over meer van dergelijke capaciteiten beschikken, vergroot hun kans om de stressoorzaken succesvol de baas te blijven.
Probleemgerichte en emotiegerichte coping
Onderzoekers onderscheiden probleemgerichte en emotiegerichte coping. Beide kunnen zowel effectief als ineffectief zijn. Bij probleemgerichte coping wordt de oorzaak van het probleem aangepakt. Via emotiegerichte coping leert men omgaan met de negatieve emoties die bij problemen komen kijken.

Externe hulp?
Coping kan ook betekenen externe hulp- en informatiekanalen inschakelen. Echter, minder dan de helft van de landbouw(st)ers is geneigd hulp te zoeken bij problemen. 44% van de landbouwers verkiest de strategie om harder te werken om de productie veilig te stellen in zware tijden . Als ze toch een beroep doen op externe hulp, zijn landbouw(st)ers meer geneigd dat te doen bij problemen op het bedrijf (41%) dan bij persoonlijke problemen (24%).

De juiste hulp
Een opmerkelijk laag cijfer: slechts ongeveer één derde van de landbouw(st)ers zegt gemakkelijk de juiste hulp te vinden (voor bedrijfsproblemen en persoonlijke problemen). Voor problemen op het bedrijf lijken Boeren op een Kruispunt en Innovatiesteunpunt de meest aangewezen organisaties. Voor persoonlijke problemen is het minder vanzelfsprekend. De onderzoekers ontdekten een grote nood aan externe hulp- en informatiekanalen rond emotiegerichte coping, zoals tips en handleidingen voor open communicatie en mentale veerkracht.

Externe hulp achter barrière?
Het onderzoek identificeert een aantal barrières die verklaren waarom landbouw(st)ers problemen uit de weg gaan en/of geen beroep doen op externe hulp- en informatiekanalen. Er zijn er op drie niveaus: 1) op persoonlijk en gezinsniveau, 2) in de landbouwsector, en 3) maatschappelijke barrières. Dit is een inzicht, waaruit toekomstig beleid en onderzoek kan vertrekken.
![]() | Barrières op persoonlijk en gezinsniveau |
---|---|
Aangeleerde hulpeloosheid |
Ik zit al lang in deze stressvolle werksituatie. Hier kan ik niets aan veranderen. Anderen begrijpen me niet. |
Spartaanse mentaliteit |
Hard werken is een deugd. Problemen zijn mijn eigen verantwoordelijkheid. Hulp betekent verlies van autonomie. |
Geen ruimte laten voor gevoelens |
Praten over gevoelens is taboe. In mijn gezin vermijden we dat uit schaamte, angst of onmacht. |
Zich geïsoleerd voelen ten opzichte van de maatschappelijke omgeving |
Waar kan ik met problemen terecht? Aanbod is onbekend. Ik zit geïsoleerd tav sociale kringen en hulp- en informatiekanalen. |
Kostprijs hulp- en informatiekanalen |
Mogelijke hulp- en informatiekanalen zijn te duur voor mij. |
![]() | Barrières in landbouwsector |
---|---|
Gesloten cultuur |
Er is in de landbouwsector (o.a. belangenorganisaties, onderwijs, verenigingen) geen openheid om hierover te praten. |
Concurrentie tussen landbouw(st)ers |
Ik voel sociale druk om mij succesvol voor te doen. Ze beoordelen mij op mijn uiterlijk vertoon. |
Ineffectieve |
Ik kan mijn eigen belang niet organiseren/verdedigen. Belangenorganisaties vertegenwoordigen mij te weinig. |
![]() | Maatschappelijke barrières |
---|---|
Imago hulp- en informatiekanalen |
Hulp- en informatiekanalen zijn te weinig ontoegankelijk, niet kwalitatief aangepast. Ik heb er maar een gebrekkig beeld van. |
Institutionalisering van thema “welbevinden” |
Boeren op een Kruispunt is goed bekend. De andere externe hulp- en informatiekanalen zijn dat minder, en minder gecommuniceerd. |
Gebrek aan kennis en voeling met de landbouwsector |
De maatschappij heeft geen voeling meer met onze stiel en ons leven. Er is dus ook weinig begrip voor mijn noden. |
Onmacht tegenover bestaande structuren |
Bestaande machtsverhoudingen en systeemstructuren duwen mijn bedrijf in een problematische bedrijfssituatie. |

In alle deelsectoren en -systemen
Of het nu in de fruitteelt, akkerbouw, tuinbouw of rundveehouderij is, de impact van diverse stressfactoren op individu en gezin is voelbaar in alle sectoren. Het geldt vb. ook voor bedrijven die verbredingsactiviteiten opzetten, zoals korte keten bedrijven en CSA bedrijven. We zien vier vormen van impact: 1) fysieke impact, 2) mentale impact, 3) impact op work-life balans en 4) financiële beperkingen. Zij versterken elkaar. Landbouw(st)ers die een impact ervaren zijn minder weerbaar tegen nieuwe stressfactoren, en staan minder open voor effectieve copingstrategieën.

Impact bedrijf op welbevinden | Cijfer enquête | Uit zich in o.a.: |
---|---|---|
Fysieke impact |
Het werk put mij fysiek uit. 45% |
Ziekte, pijn, migraine, oververmoeidheid, uitputting |
Mentale impact |
Het werk put mij mentaal uit. 48% |
Prikkelbaar, gefrustreerd, boos, slapeloos, bezorgd, geen zelfvertrouwen, angst, schaamte, moedeloos, lusteloos, somber, burn-out, depressief, gedachten over zelfmoord, eenzaam, fatalistisch, geen arbeidsvreugde, vergeetachtig, niet kunnen ontspannen, gevoel van tekortschieten, stress. |
Impact op work-life balans |
Impact op mijn sociaal leven 42% |
Geen tijd en energie voor sociale activiteiten. Laat mij met rust. Sociaal isolement. Weinig contacten buiten de sector. Minder geneigd om collega’s te helpen. Negatief tegenover verenigingsleven. Omgeving negatief tegenover mij. |
Impact op mijn gezin/familie 29% |
Weinig tijd voor gezin, activiteiten en –uitstappen, afwezig bij belangrijke gezinsmomenten, gezin maakt (ongewild) deel uit van bedrijf, (moeten) stoppen met buitenshuis werken, collegiale i.p.v. familiale omgang tussen gezinsleden, ongewenst samenleven met schoonfamilie. |
|
Financiële impact |
niet tevreden over mijn inkomen 49% |
Laag tot geen inkomen, basisbehoeften gezin (eten, kledij, vervoer etc.) niet kunnen betalen, materiële tekorten, uitgaven uitstellen, schulden, geen lening krijgen, uit huis moeten gaan werken, geen of weinig vrijetijdsbestedingen. |
En nu? Oplossingen
De kern van het probleem is duidelijk: De negatieve impact op de gezinsleden, vanwege de uitdagingen op het bedrijf neemt toe. Een grote groep landbouw(st)ers ontwijkt zijn/haar problemen en schakelt geen hulp in. In de meest veerkrachtige gezinnen worden juist wel probleemgerichte en emotiegerichte copingstrategieën toegepast, en is open communicatie de sleutel. Het is dringend nodig dat beleid, middenveld en onderzoek beter omgaan met de specifieke, contextgebonden noden van landbouw(st)ers.
Aanbeveling: maak de brede werkcontext positiever
Hieraan werken heeft twee voordelen: 1. Het is erg relevant omdat veerkracht en welbevinden voor alle landbouw(st)ers belangrijk zijn. Als we enkel focussen op mensen in crisissituaties zien we veel te veel gezinnen over het hoofd. De veerkracht van de hele landbouwpopulatie opkrikken heeft de grootst mogelijke impact. 2. We mikken meteen op een breed toekomstgericht traject waarin veel (alle) relevante actoren worden betrokken en gemobiliseerd. Een positievere werkcontext krijg je pas met een holistische benadering, waarin de drie aspecten van veerkracht meetellen.
Een landbouw-welbevinden-actieprogramma stoelt best op een “multi-actor, multi-strategie” aanpak. Dus, inzetten op zowel het aanpakken van stressfactoren, het wegwerken van barrières voor effectieve coping, als het bevorderen van de mentale gezondheid.

Traject naar een actieplan
Lies Messely (ILVO onderzoeker): "ILVO wil in de toekomst verder inzetten op onderzoek naar strategieën die leiden tot een positieve werkcontext voor Vlaamse landbouw(st)ers."
Maandag 9 november 2020 werd de aftrap gegeven voor een actieplan die de problematiek omtrent het welbevinden in de Vlaamse land- en tuinbouw wil aanpakken. Dit gebeurde via een digitale Ronde Tafel georganiseerd door ILVO en het Departement Landbouw en Visserij, in aanwezigheid van Vlaams minister voor landbouw Hilde Crevits.
Via diverse getuigenissen van actieve landbouwsters werd de discussie ingeleid. Deze getuigenissen wezen zowel op het urgente karakter als de complexiteit van de kwestie waarin diverse zaken zoals regelgeving, prijszetting, werkdruk of eenzaamheid aan bod kwamen. Tegelijk duidden deze getuigenissen op de veerkracht die niet enkel deze individuele landbouwsters maar de Vlaamse land- en tuinbouw meer in het algemeen kenmerkt.
Hieronder kan je het eerste deel van de ronde tafel herbekijken.
Met de Ronde Tafel werd het officiële startschot gegeven om tot een actieplan te komen om het algemene welbevinden in de Vlaamse land- en tuinbouw te verbeteren. De bedoeling is om tegen eind 2021 een gedragen actieplan te kunnen presenteren waarin overheidsinstellingen en middenveldorganisaties uit de landbouw- en welzijnssector concrete engagementen aangaan om het algemene welbevinden in de Vlaamse land- en tuinbouw te verbeteren.
Interesse om op de hoogte te blijven van dit traject?
Schrijf u in op de nieuwsbrief om het traject van nabij te volgen.
Contacteer een expert
