Dossier Ontharding
- Bodem
- Ruimtelijk beleid
- Landschapsinrichting
- Peri-urbane ruimte
- Open ruimte
- Ontharding
- Hergebruik hoeves
- Grond
Vrijkomende landbouwsites transformeren vandaag vaak in residentiele hoeves of niet agrarische ondernemingen. Als we deze dynamiek niet stoppen verdwijnen de landbouwers uit de landbouwbestemming en samen met hen ons platteland. Slimme ontharding kan hier een deel van de oplossing bieden.
Wat doet ILVO?
-
Systeemanalyse toont verbanden tussen de factoren die ontharding van agrarische sites beïnvloeden en welke factoren ontharding bevorderen.
-
Door data-integratie en cartografische analyse wordt onthardingspotentieel van vermoedelijk vrijkomende agrarische sites geïdentificeerd.
-
Scenario's van waardencreatie worden in beeld gebracht en doorgerekend aan de hand van de cartografie van het onthardingspotentieel.
Ontharding, een noodzaak voor het verbeteren van onze leefomgeving
Vlaanderen is één van de meest verharde gebieden van Europa. Vandaag is 16% van de oppervlakte verhard en als we zo doorgaan is dat in 2050 meer dan 20%. Verharde ruimte is ruimte die ingenomen wordt door bijvoorbeeld gebouwen, wegen, parkings, terrassen en opritten, die een aantal natuurlijke functies van niet-verharde ruimte verstoren. De bodem en de open ruimte vervullen immers veel functies die het ecologisch evenwicht in stand houden. Als een verharding de bodem afdicht, gaan al die functies verloren. Daardoor ontstaat onder meer een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie, warmere steden en dorpen, minder CO2-opslag door planten en de bodem, en een verlies aan biodiversiteit.
Ontharden zorgt voor meer ruimte voor natuur en voedselproductie, minder wateroverlast, koelere steden, grotere biodiversiteit, gezondere lucht en een beter klimaat. Zo zetten we een stap naar een klimaatrobuuster en leefbaarder Vlaanderen. Ontharden pakt vele uitdagingen tegelijk aan en dat maakt de opgave heel bijzonder.
Om een eerste stap richting realisatie van ontharding in Vlaanderen te zetten, lanceerde de Vlaamse Overheid een projectoproep ‘Proeftuinen ontharding’, waarbij 45 pilootprojecten werden geselecteerd, die de Vlaamse Overheid benoemt als hun "proeftuinen".
Via deze proeftuinen wil de Vlaamse Overheid concrete onthardingsinitiatieven stimuleren en ondersteunen, en daarmee ook verder onderzoek om de complexiteit van de opgave beter te vatten. Naast 41 quick-wins, waarbij heel concrete onthardingsinitiatieven worden gerealiseerd, werden ook middelen vrijgemaakt voor 4 systemische onthardingsprojecten. Deze systemische "proeftuinen", die concreet inhouden dat er een bredere, systemische denkoefening gebeurt, hebben allen tot doel om meer inzichten te verwerven in de complexe samenhang te tussen geografische, beleidsmatige, juridische, financiële, emotionele, … factoren die impact hebben op onthardingsbeslissingen, en het identificeren van aanknopingspunten voor verdere realisatie. Zo kunnen ook via deze systemische pilootprojecten uiteindelijk structuren vrijkomen. Een van deze vier denkoefeningen is het project "Boer ruimt veld", waarin ILVO nadenkt over de onthardingsmogelijkheden binnen de landbouw.
Niet-agrarisch hergebruik hoeves leidt tot verstedelijking en verharding van het platteland
De link tussen het vrijkomen van hoeves en de verdere verstedelijking van het platteland is door tal van ILVO-studies onderbouwd. Dynamieken zoals vertuining, verpaarding, residentialisering en toenemende niet-agrarisch bedrijvigheid op het platteland vertrekken vanuit een hergebruik van hoeves die hun landbouwfunctie verloren hebben. Niet alleen de gebouwen krijgen een niet-landbouw-gebruik, ook de omliggende gronden worden vaak omgezet naar tuinen en weiden voor hobby-dieren.
Opvallend is dat binnen die actuele hergebruikdynamiek ontharding nauwelijks gepaard gaat met omzetting tot nieuwe open landbouwruimte. Vanuit financieele perspectief is dit logisch. De wettelijke bepalingen (of eigenlijk het gebrek daaraan)die functiewijziging van landbouwbedrijfsgebouwen zonder veel moeite toelaten, zorgen ervoor dat niet-agrarisch hergebruik (en dus bestendiging) van deze verharde ruimtes een stuk aantrekkelijker wordt dan ontharding. Ontharden kost immers geld, en de vastgoedwaarde van een vrijgekomen hoeve ligt nu eenmaal stukken hoger dan de landbouwwaarde en terugverdienmogelijkheid van ontharde, en dus onbebouwde landbouwgrond.
Daarbij heeft een landbouwer vandaag de dag nog steeds de mogelijkheid om op een voorheen onbebouwd perceel een totaal nieuwe boerderij te vestigen, een optie die goedkoper en daardoor interessanter is dan de aankoop en het hergebruiken van een vrijgekomen hoeve. Ook uit die hoek komt dus nog bijkomende verharding van de landbouwruimte.
Het (niet-agrarisch) hergebruik van vrijkomende hoeves leidt dus tot een toegenomen concurrentie voor zowel landbouwgebouwen als gronden. Een verbeterd beleid met betrekking tot vrijgekomen hoeves zou dan ook de sleutel kunnen zijn voor de aansturing van de transformatie van het platteland.
Ontharding creëert meer ruimte voor voedselproductie
ILVO wil met zijn onderzoek bijdragen aan de uitrol van de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, meer bepaald aan doelstelling 5 “Robuuste open ruimte” waarbij de Vlaamse Overheid ambieert om:
- de verhardingsgraad in de bestemmingen landbouw, natuur en bos tegen 2050 met minstens een vijfde terug te dringen
- de ambitie om het aandeel van landbouwgebied dat niet door de professionele landbouw wordt gebruikt tegen 2050 te laten afnemen ten opzichte van 2015, en
- na te denken over het hergebruik van voormalige landbouwbedrijfsgebouwen of andere bestaande zonevreemde bebouwing en ontwikkelingen in de open ruimte
ILVO zet dan ook zijn schouder onder deze Vlaamse onthardingsambitie, en onderzoekt verder hoe ontharding ruimte kan vrijwaren en creëren voor voedselproductie. Dit gebeurtbinnen het onderzoeksproject ‘Boer ruimt veld’ een project dat inspeelt op de noodzaak tot een doordacht en breed gedragen onthardingsbeleid met als ambitie de open agrarische ruimte behouden en versterken.
ILVO coördineert binnen dat initiatief de systemische proeftuinen ontharding ‘Boer ruimt veld’. Binnen het consortium ILVO - Boerenbond - Voorland – KULeuven worden de mogelijkheden, obstakels en behoeften voor ontharding onderzocht en dewerkbare onthardingsrecepten voor landbouw geïdentificeerd. Concreet worden het onthardingspotentiëel bij vrijkomende landbouwbedrijven en de uitdagingen om ze te herbestemmen naar landbouwgrond in kaart gebracht: van een verharde boerderij naar een productieve landerij. De ontharding van vrijkomende landbouwsites die in deze proeftuinen wordt beoogd is geen doel op zich, maar een middel om ongewenste transformaties tegen te gaan en grond opnieuw ter beschikking te stellen van professionele land- en tuinbouw. De vrijkomende (verharde) boerderij wordt een productieve landerij.
Boer ruimt veld, welk veld?
Op basis van data-integratie en cartografische analyse wordt het onthardingspotentieel van vermoedelijk vrijkomende agrarische sites becijferd. De analyse bestaat uit vier opeenvolgende deelvraagstukken:
- het identificeren van de vermoedelijk vrijkomende sites vanuit de logica van stopzetting;
- het identificeren van de verharding en het ruimtebeslag;
- het identificeren van het onthardingspotentieel van vermoedelijk vrijkomende agrarische sites zonder hergebruikswaarde voor de landbouw of de maatschappij, en
- het identificeren van koppelkansen als hefboom voor realisatie.
Koppelkansen
Ontharding van vrijkomende landbouwsites kan een belangrijke meerwaarde creëren voor de open-ruimte uitdagingen. ILVO doopte deze meerwaarde om tot de “gebied-specifieke koppelkans voor ontharding” en gaat dus op zoek naar koppelkansen tussen ontharding van vermoedelijk vrijkomende agrarische sites en gebied-specifieke opgaves. De koppelkansen kunnen opgedeeld worden in kansen door baten en kansen door vermeden kosten. Onder de laatste categorie vallen vermeden maatschappelijke kosten door het afbreken van versnipperde landbouwsites. Hierbij wordt geen prioritering gemaakt, maar wordt cartografie gebruikt om verschillende scenario’s van gebiedsgedifferentieerde vormen van waardencreatie (natuur, klimaat, …), in beeld te brengen, en keuzes door te rekenen.
Boer ruimt veld, lessen uit de praktijk
Om lessen uit de praktijk te koppelen aan het aan de deskresearch en om een beter inzicht te krijgen in de houding van de landbouwsector ten opzichte van het onthardingspotentieel van vrijgekomen agrarische sites gaat Boer ruimt veld in gesprek met landbouwers en beleid. Uit die gesprekken worden de barrières en kansen geïdentificeerd. Voor vier pilootcases wordt op basis van diepgaand onderzoek een theoretisch plan van aanpak voor ontharding uitgewerkt om bouwtechnische, sociaal-culturele, financieel-juridische en ruimtelijke factoren verder te onderzoeken.
Cultuurshift ontharding
De bevindingen worden in verschillende overlegrondes en workshops met land- en tuinbouwers, experten en beleid afgetoetst. Dit laat toe om binnen de landbouwsector een gedragen aanpak uit te bouwen rond ruimtelijk ontharden. Zo wint ontharding hopelijk aan strategisch belang in een brede uit te werken toekomstvisie voor de landbouw.