Onderzoeksproject Graslandgebruik in een wijzigend klimaat
Algemeen kader
De teelt en het gebruik van droogtetolerante rietzwenkgras als grasvoeder voor melkvee blijkt, in vergelijking met het klassiek gebruikte Engels raaigras, een (zeer) goede oplossing te zijn voor melkveehouderijen die onder onze wijzigende klimaatomstandigheden hun voeder- én melkproductie op peil willen houden. Dat is samengevat het onderzoeksresultaat van het VLAIO LA-traject KLIMGRAS. De opbrengtsproeven met rietzwenkgras tonen zowel in droge als natte jaren een meeropbrengst van liefst 25-45%. De relatief kleine ruwvoederopname- en melkproductiedaling (3 tot 6%) bij hoogproductieve dieren is weg te werken door klaver toe te voegen aan het grasaandeel. Het onderzoeksdoel, om het gebruik van meer persistente en droogtetolerante grassoorten (rietwenkgras, Engels raaigras en Festulolium), al dan niet in combinatie met klaver, haalbaar en inpasbaar te maken in de lokale melkveerantsoenen, is bereikt. Duurzame graslanduitbating zoals hier uitgewerkt, bewerkstelligt niet alleen klimaatadaptatie, maar ook klimaatmitigatie, namelijk door bodemkoolstofbehoud, door de stikstofbemesting te beperken en door een hoge verteerbaarheid na te streven.
Onderzoeksaanpak
Onder gecontroleerde omstandigheden met regenkappen legde ILVO kleine opbrengstproeven aan van verschillende droogtetolerante grassen te beoordelen. De onderzoekers bepaalden het verschil in opname en dierprestatie tussen de geselecteerde grassen, zowel in een systeem van begrazing met jongvee als in één van inkuiling met melkkoeien. Via 4 zoötechnische proeven met optimale grasgebaseerde rantsoenen (waarvan 2 met klaver) onderzochten ze de productieparameters. Parallel werden een aantal aangelegde gras- en grasklaverpercelen opgevolgd op 3 praktijkbedrijven, waaronder één met biologische uitbating. Die bedrijven liepen uiteen qua bodemtypes en bedrijfsaanpak. Finaal is ook de bedrijfseconomische en de ecologische haalbaarheid geëvalueerd, en gunstig bevonden.
Relevantie/Valorisatie
Dit zijn de meer gedetailleerde eindconclusies: Zowel de opbrengstproeven op de ILVO-proefpercelen als op de praktijkbedrijven geven meeropbrengst aan tussen 25 en 45% met droogtetolerante rietzwenkgras ten opzichte van het vaak gebruikte Engels raaigras, en dat zowel in droge als natte jaren. Ook de combinatieteelt met klaver biedt veel potentieel. Het gebruik van vers gras bij jongvee werd ook gedurende 3 jaar in verschillende proeven gemonitord. Begrazing op rietzwenkgras biedt een constanter grasaanbod, ook tijdens droogte, waardoor de dieren in de meeste gevallen een betere groei vertonen op deze grassoort ten opzichte van Engels raaigras. Het gebruik van het rietzwenkgras zorgt vooral bij grote aandelen in het rantsoen en bij hoogproductieve dieren voor een ietwat kleinere ruwvoederopname en een melkproductiedaling tussen3 en 6%. Door 40% klaver toe te voegen aan het grasaandeel kan dit weggewerkt worden. Ook blijk deze grassoort economisch (routeplanner melkvee 2.0) en ecologisch (KLIMREK) haalbaar.
Niet vaak kan een onderzoeksteam zo affirmatief zijn bevindingen aanbevelen: Hier durven ze zeggen dat veehouders met een gerust gemoed aan de slag kunnen met de nieuwste rassen rietzwenkgras. Het inzetten van (extra) klaver, zowel op economisch als ecologisch (en klimatologisch) vlak, wordt via dit onderzoek ook nogmaals herbevestigd. De zadensector kan inzetten op (droogtetolerante) samengestelde mengsels.
Financiering
VLAIO