Corporate nieuws 10 jaar dievoedingsonderzoek voor een duurzame varkenshouderij

Al tien jaar voert ILVO op de Varkenscampus onderzoek naar diervoeding met het oog op een duurzamere varkenshouderij. Centraal staan vragen zoals: hoe kunnen voedersamenstellingen geoptimaliseerd worden om emissies te verlagen zonder in te boeten op dierprestaties? Welke reststromen zijn geschikt als circulaire grondstof? Hoe beïnvloedt voeding de vleeskwaliteit? Hoe kan de conditie van zeugen gestuurd worden, en hoe maken we biggen weerbaar bij het spenen?

Diervoeder vormt de grootste kost bij het afmesten van vleesvarkens en heeft een aanzienlijke impact op de duurzaamheid van de productie. Door efficiëntie te verbeteren, grondstoffen correct in te schatten en de nutritionele behoeften van dieren beter in kaart te brengen, kon de input per kilogram vlees de afgelopen decennia drastisch worden gereduceerd. Binnen Vlaanderen speelt ILVO hierin een sleutelrol, met onderzoek dat plaatsvindt op de Varkenscampus.

Een lager eiwitgehalte in het voeder leidt tot lagere stikstofexcreties, op voorwaarde dat aan de behoeften van de dieren voldaan wordt. Die marge is echter niet onbeperkt: wanneer onder de behoefte gevoederd wordt, dalen de dierprestaties, stijgen de kosten en vermindert de milieuwinst. ILVO onderzoekt waar deze grenzen liggen, zodat de stikstof- en ammoniakuitstoot van varkens beperkt blijft. In zowel confidentieel als publiek onderzoek werd de impact van voederstrategieën op de ammoniakuitstoot getest. Tegelijkertijd worden de minimale nutritionele eisen voor optimale prestaties van vleesvarkens bepaald.

Ook nieuwe diervoedergrondstoffen krijgen aandacht. In het project “Future Flemish Pig”^* werd aangetoond dat voeders zonder soja of granen kunnen functioneren, mits de alternatieve grondstoffen goed gekarakteriseerd zijn. Een globale evaluatie en correcte waardering van circulaire grondstoffen staat dan ook centraal in lopende en toekomstige onderzoeksprojecten.

Als onderzoeksinstelling bouwt ILVO mee aan wetenschappelijke kennis en draagt bij aan de internationale literatuur. Proeven worden zo opgezet dat ze heldere antwoorden bieden op vooraf gedefinieerde hypothesen. Tegelijkertijd wordt gewaarschuwd voor het blind vertrouwen op één enkel resultaat: het effect van een voederadditief kan sterk afhangen van het rantsoen en de stalcontext. Ook circulaire voeders zijn niet automatisch duurzaam; hun impact hangt af van herkomst, verwerking en nutritionele waarde.

De biologische sector vormt een belangrijk aandachtspunt binnen het onderzoek. Deze sector kampt met specifieke uitdagingen. Zo werd in een project aangetoond dat orale ijzersuppletie bij biggen een haalbaar alternatief is voor injecties, op voorwaarde dat de orale opname voldoende is.

Samenwerking is een drijvende kracht achter het onderzoek op de Varkenscampus. Via het Europese project PIGWEB (https://www.pigweb.eu) stelde ILVO, met steun van de Europese Commissie, zijn infrastructuur open voor diervoedingsonderzoekers uit heel Europa. Diverse proeven werden de afgelopen jaren hieromtrent in de Varkenscampus uitgevoerd.

Meer info

^*https://www.varkensloket.be/nl/voeder/bijproducten-prestaties-vleeskwaliteit-eindbeerlijn

Dit artikel komt tot stand n.a.v. 10 jaar Varkenscampus