Corporate nieuws Hernieuwbare energie in de veehouderij: een droom of realiteit?
Vandaag is de veehouderij wereldwijd nog sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen. Slechts 4% van de gebruikte energie komt uit hernieuwbare bronnen. Ter vergelijking: het wereldwijde gemiddelde ligt rond de 30%, en de EU mikt op 45% tegen 2030.
Uit een bevraging bij 42 Vlaamse varkenshouders bleek dat 75% hun stallen verwarmt met stookolie. Tegelijkertijd heeft 75% al geïnvesteerd in zonnepanelen. De wil tot verduurzaming is er dus, maar de transitie blijkt complex.
Wat houdt transitie tegen?
Diezelfde varkenshouders gaven aan dat ze kampen met een gebrek aan investeringskapitaal (53%), kennis over energiesystemen (42%), beperkte implementatiecapaciteit (37%), onduidelijke regelgeving (34%) en installateurs die de specifieke noden van stallen onvoldoende kennen. Bovendien ontbreekt een gestandaardiseerd systeem om veebedrijven op energievlak te vergelijken, zoals een EPC-certificaat, waardoor onderbouwd advies geven moeilijk is.
Een blik op de Varkenscampus, operationeel sinds 2015, maakt veel duidelijk. De jaarlijkse elektriciteitsvraag bedraagt 115 MWh, welke voornamelijk ventilatie, voedermotoren en biggenlampen omvat. De warmtevraag ligt op 230 MWh om het stalklimaat op peil te houden. Dat is respectievelijk 30 (elektriciteit) en 20 (warmte) keer meer dan het verbruik van een gemiddeld Vlaams gezin. Zo bevinden varkenshouderijen zich qua energiegebruik tussen gezinnen en industrie, een zone die vaak over het hoofd wordt gezien in energieonderzoek.
RES4LIVE to the rescue
Het Europese RES4LIVE-project (https://res4live.eu/project) - met ILVO en UGent als Belgische onderzoekspartners - onderzocht de afgelopen vier jaar hoe veehouderijen hun fossiele afhankelijkheid kunnen afbouwen. In vier pilootbedrijven verspreid over Europa, waaronder de Varkenscampus in Vlaanderen, werden innovatieve technologieën geïnstalleerd: biomethaantractoren, modulaire warmtepompen, thermische zonnepanelen en slimme energiemanagementsystemen.
Op de Varkenscampus werd een nieuwe installatie geplaatst die de klassieke gasboiler vervangt; Dit gaat over een dubbele warmtepomp (25 kWth voor 40 °C en 40 kWth voor 60 °C), PVT-panelen die tegelijk stroom en warmte leveren, en een thermisch opslagvat van 800 liter (Figuur 1). Deze setup kan het jaarlijkse verbruik van 19.000 m³ aardgas (220 MWh) omzetten naar een groene elektriciteitsvraag van 84 MWh, goed voor een geschatte prijsbesparing van 20%.

Om de hierboven vermelde uitdagingen voor veehouders - meer nadrukkelijk hun gebrek aan kennis - aan te pakken, wordt een selectietool ontwikkeld die helpt om de juiste combinatie van technieken te kiezen op basis van investeringskost, levenscycluskost en broeikasgasreductie. Als basis worden via simulaties de energieprofielen van stallen in kaart gebracht, afhankelijk van gebouwtype en diercategorie.
De eerste resultaten zijn hoopgevend: een fossielvrije veehouderij is technisch haalbaar – mits gerichte ondersteuning en investeringen. De installaties op de pilootbedrijven blijven operationeel om data te verzamelen en hun voordelen (én nadelen) aan te tonen. In verder onderzoek werken we aan het nauwkeuriger kwantificeren en modelleren van de energievraag - op uurbasis - om de integratie van energie-efficiënte technieken en hernieuwbare energiebronnen verder te optimaliseren. De toekomst is om deze energieprofielen in kaart te brengen, en zo per veebedrijf en voor de sector in het algemeen advies te kunnen geven richting energieprestatie, reductie van energieverbruik en transitie naar hernieuwbare energie.
Dit artikel komt tot stand n.a.v. 10 jaar Varkenscampus