Dossier Ruimte op zee

Ons zeetje neemt nog geen procent in van de totale oppervlakte van de Noordzee, maar wordt intensief gebruikt. Er zijn windmolenparken, baggeractiviteiten, zandontginning en natuurlijk visserij, om maar iets te noemen. Mariene ruimtelijke planners proberen die activiteiten op elkaar af te stemmen, rekening houdend met het natuurlijke ecosysteem.

GEOVIS platform
windpark op zee

Wat doet ILVO?

  • bemonstering van de zeebodem, met vis en ongewervelde bodemdieren
    ILVO volgt het mariene milieu op in de Belgische wateren, o.a. in zones waar menselijke activiteiten plaatsvinden.

Waarom is plannen nodig in het Belgisch deel van de Noordzee?

Het Belgische deel van de Noordzee beslaat 3454 m², of slechts 0,5 % van de totale oppervlakte van de Noordzee. In deze kleine zone komen veel activiteiten en functies samen:

  • Visserij
  • Maricultuur (kweek van voedsel op zee)
  • Productie van hernieuwbare energie (windmolenparken)
  • Baggeren
  • Ontginning van zand
  • Scheepvaartverkeer
  • Beschermde natuur
  • Recreatie en toerisme
Het Marien Ruimtelijk Plan 2020-2026 geeft een overzicht van de verschillende menselijke activiteiten in het Belgische deel van de Noordzee (MRP 2020-2026)

Voor een optimale bescherming van het mariene milieu is het absoluut noodzakelijk dat al deze activiteiten geregulariseerd worden, onder andere door de Federale Overheid die bevoegd is voor het zeegebied vanaf de basislijn.

Het Marien Ruimtelijk Plan

Met het Masterplan Noordzee in 2005, de voorloper van een marien ruimtelijk plan, was België pionier in de wereld. In 2014 volgde het eerste Marien Ruimtelijk Plan (MRP), in werking gesteld door de Federale Overheid voor een periode van 6 jaar. Voor de periode 2020-2026 is ondertussen een nieuw MRP opgesteld. Dat plan besteedt meer aandacht aan de ecologische en socio-economische waarde van de activiteiten op zee en zet ‘geïntegreerd ruimtegebruik’ centraal. ILVO speelt een sleutelrol in het studiewerk dat zo’n meervoudig of gedeeld ruimtegebruik mogelijk moet maken.

Hernieuwbare energieproductie vraagt (veel) ruimte

In het kader van Europese richtlijnen rond hernieuwbare energieproductie werd een zone voor windenergie afgebakend voor de kust van Zeebrugge. In 2008 startte C-Power met de constructie van het eerste windmolenpark op de Thorntonbank. Ondertussen zijn reeds 9 windmolenparken operationeel in dit gebied. Er is het Belgian Offshore platform voor meer informatie.

In het huidige Marien Ruimtelijk Plan van 2020-2026 werd een tweede zone gecreëerd voor offshore windenergie in het westelijk deel van de Belgische wateren. Dit nieuwe gebied kreeg de naam ‘Prinses Elisabeth Windmolenzone’ en moet de energiecapaciteit verdubbelen tegen 2026.

ILVO onderzoekt de effecten van offshore windmolenparken op het bodemleven van zachte substraten (project OFFSHOREWIND). Daarvoor voeren we jaarlijkse monitoring uit in de windmolengebieden en in referentiegebieden.

Het schip Neptune wordt gebruikt bij de installatie van offshore windmolens - © ILVO

Visserij(maatregelen) in kaart gebracht

De steeds toenemende bedrijvigheid maakt het vissers moeilijker om hun job te blijven uitoefenen. Er is bijvoorbeeld een verbod op actieve (boomkor)visserij binnen de windmolengebieden en er kunnen bijkomende visserijbeperkingen worden opgelegd in Natura 2000-gebieden. In het project VISNAT verleent ILVO advies aan de Europese Commissie over haalbare visserijmaatregelen in beschermde natuurgebieden, maatregelen die de visserijsector zo min mogelijk benadelen.

Om al deze restricties te bundelen en overzichtelijk te maken voor vissers, reders en beleidsmakers, hebben ILVO-onderzoekers de tool GeoFish ontwikkeld. Die bestaat uit interactieve kaarten van het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan – de gebieden waarin Belgische vissers actief zijn. Er is onder andere informatie te vinden over het huidige ruimtegebruik, visserijbeperkingen, visserij-inspanningen en visquota.

De GeoFish tool geeft een kaart van de Zuidelijke Noordzee weer met de windmolenzones en Natura 2000-gebieden. (GeoFish, ILVO 2021; www.geofish.be)

Baggeractiviteiten en zandontginning

In het Belgisch deel van de Noordzee zijn er eveneens zones afgebakend voor baggeractiviteiten en zandontginning. Baggeren is noodzakelijk om havens en vaargeulen vrij te maken van slib. De baggerspecie wordt gestort op baggerstortplaatsen voor de Belgische kust. Verder is de Noordzee een belangrijke bron van zand. Dat zand wordt gebruikt als bouwstof maar ook voor strandophogingen als kustbescherming bij stormweer. ILVO gaat elk half jaar op zee stalen verzamelen om de impact van deze activiteiten op de biologische en chemische bodemsamenstelling te onderzoeken.

Baggerschip Pallieter in de haven van Zeebrugge - © ILVO

Geïntegreerd ruimtegebruik: voedsel + energie

Omdat ruimtelijke planning heel wat consequenties heeft voor de economische activiteiten die er plaatsvinden, zet het Marien Ruimtelijk Plan geïntegreerd ruimtegebruik centraal. Dat wil zeggen dat gezocht wordt naar manieren om activiteiten in bepaalde zones te combineren.

Een mooi voorbeeld is maricultuur en passieve visserij in zones voor windmolenparken. In tegenstelling tot actieve (boomkor)visserij is die vorm van voedselvoorziening daar wel toegestaan. ILVO onderzoekt in SYMAPA of het mogelijk is. Enerzijds door verschillende teelttechnieken voor mosselen, platte oesters en zeewier te ontwikkelen. Anderzijds door efficiënte passieve visserijtechnieken uit te testen, zoals gebruik van viskooien in combinatie met licht en geluid.

Ook het Europese project UNITED focust op geïntegreerd ruimtegebruik in de Noordzee, Baltische Zee en Middellandse Zee. Voor België wordt ook daar onderzocht hoe de offshore windmolengebieden een rol kunnen spelen bij het kweken van platte oesters en zeewier. Door de herintroductie van de platte oester (Ostrea edulis) draagt dit project bovendien bij aan natuurherstel.

Kweek van platte oesters (Ostrea edulis) binnen de zones voor offshore windenergie. Bron: UGent, project UNITED

Geïntegreerd ruimtegebruik: voedsel + kustbescherming

Maricultuur speelt eveneens een rol in natuurgeïnspireerde kustbescherming. Mosselbanken creëren bijvoorbeeld natuurlijke riffen die een bescherming vormen tegen stormen. Het ILVO-project COASTBUSTERS 2.0 bestudeert in welke mate mosselen, schelpkokerwormen, zeewier en zeegras een rol kunnen spelen als ‘habitatingenieurs’ bij de vorming van biogene riffen en natuurlijke kustverdediging.

Dropper lines met vastgehechte mosselen (Mytilus edulis) in het kader van het COASTBUSTERS 2.0 project. (Eindrapport Coastbusters, 2020, ILVO)