Persbericht Onderbenutte vis(producten) worden waardevolle voederadditieven, via silagetechniek

08/04/2019
Kabeljauw met mond open, na vangst
Kabeljauw

Vissenresten en aangelande ondermaatse vissen die niet voor menselijke consumptie mogen worden verkocht, kunnen hoogwaardiger en duurzamer verwerkt worden dan tot nu toe gebeurt. Met name silage – een inkuilingstechniek – maakt het mogelijk om de nevenstromen van de (kleine) Belgische visserijsector te stabiliseren, zodat de hoogwaardige viseiwitten intact blijven tot aan de verdere verwerkingsstappen. De techniek is door ILVO-UGent doctoraatsonderzoeker Mike Van ’t Land op punt gezet en nutritioneel, biochemisch, technologisch en economisch geëvalueerd. De resultaten zijn erg veelbelovend.

Meer nevenstromen in de visserij door de aanlandplicht

Door de Europese wetgeving rond verbod op teruggooi en aanlandplicht is de hoeveelheid nevenstroom uit de visserij toegenomen. De vaartuigen moeten ook de ondermaatse vis aan land brengen, en die mag niet verkocht worden voor directe menselijke consumptie. Andere toepassingen zijn wel toegestaan, bijvoorbeeld een verwerking tot voedingssupplement, tot diervoeder of tot meststof.

Een nevenstroom van vis valoriseren is moeilijk omdat het product razendsnel bederft, omdat de aanvoer divers en onregelmatig is, en omdat de hoeveelheden in België relatief beperkt zijn. Toch loont het de moeite, omdat er veel waardevolle dierlijke eiwitten in zitten. Tot nu toe gaat het visafval uit de Belgische visindustrie -koppen, huid en andere snijresten -onbewerkt en tegen erg lage prijzen de grens over om (laagwaardig) te eindigen in biogascentrales.

Goede perspectieven in het segment diervoeding

Onderzoeker Mike Van ’t Land stelde zich twee vragen: Is er meer te doen met de grotere hoeveelheid vis die momenteel verloren gaat terwijl het een hoogwaardige bron van essentiële nutriënten is? En is de toenemende vraag naar hoogwaardige ingrediënten in de sector diervoeder een kans? Wereldwijd zit de viskweek – met bijhorende reststromen – in de lift, wat nu al het aandeel eiwitten-uit-de-zee in diervoeder zichtbaar verhoogt.

In de relatief kleine Belgische markt bleek dure procestechnologie zoals extractie van biomoleculen geen rendabele optie voor het bewerken van de vis. Vissilage daarentegen, een stabilisatietechniek waarbij viseiwitten worden behandeld met organisch zuur, is wel een technisch haalbare én economisch interessante piste. Het principe van vissilage is dat de visresten en de hele vis in een zure zuurstofarme omgeving wordt gebracht.

Mierenzuur was een belangrijk element in de silage. Mike van ’t Land: “We stelden vast dat enzymen in het vismateriaal de eiwitten en vetten afbraken tot kleinere componenten, resulterend in een vloeibare ‘soep’ vol nutritionele elementen: eiwitten, peptiden, aminozuren, lipiden, glycerol, vetzuren en mineralen. Het proces leverde een nutritioneel hoogwaardig maar nog vrij onstabiel (onderhevig aan enzymatische deaminatie en vetoxidatie) en ‘nat’ product op.”

Diervoederproducenten wensen echter een stabiel en gedroogd product. Daarom is ook gewerkt op de latere verwerkingstappen, zoals pasteuriseren en drogen tot een stabiel voederadditief. Uit de proeven bleken ook die stappen technisch haalbaar.

Mogelijke vervanger van (buitenlands geproduceerd) vismeel of eigen niche?

Het eindproduct kan een plaats verwerven in de Belgische markt, zo blijkt uit de socio-economische verkenning. In vergelijking met vismeel heeft dit poeder weliswaar een minder efficiënte eiwitopname en een lagere houdbaarheid. Maar de experimenten tonen aan dat tot 50% van een hoogwaardig commercieel vismeel te vervangen is door een lokaal geproduceerde vissilage in garnalenvoeders, zonder effect op de groei.

Mike van ’t Land: “We mikken met vissilage niet op het vervangen van een hoogwaardig eiwitproduct zoals vismeel. We willen eerder een product lanceren dat kan gebruikt worden als low-cost voederadditief. Vissilage kan dan gebruikt worden om verteerbaarheid, smaak en mondgevoel van voeders te verbeteren en tegelijkertijd extra maar lokaal geproduceerde eiwitten en vetten ter beschikking te stellen”.

Businessplan in wording: Lokale eiwitten, lokale economie

Samen met verschillende stakeholders wordt momenteel gewerkt aan een businessplan om vissilage of andere gehydroylseerde viseiwitten te produceren in België. Zo’n lokale verwerking van nevenstromen uit de visserij kan heel wat teweeg brengen. Zowel de vissers als de visverwerkers zouden mogelijks zicht krijgen op een iets hogere prijs voor hun nevenstromen. De verschillende toepassingen in voeder zijn mogelijks een opstap naar valorisaties van de vis-nevenstroom in menselijke voeding, als voedingsadditief of- ingrediënt. Tot slot kan nog onderzoek volgen rond de techniek van gecontroleerde enzymatische hydrolyse. Dan ontstaat er “fish protein hydrolysate”, een product met een hogere vraag én prijs in de markt, maar dat hogere investeringen vergt.

Vragen?

Contacteer ons

Els Vanderperren

Onderzoeker ILVO

Ook interessant