Publicatie Rapport ammoniak-emissiemeetcampagne Vlaamse melkveestallen
Het doel van deze meetcampagne was het bepalen van de gemiddelde ammoniakemissie uit een Vlaamse doorsnee melkveestal. De informatie uit het rapport kan gebruikt worden door de overheid om een ammoniakemissiefactor vast te stellen. Deze meetcampagne werd gefinancierd door het Beleidsdomein Omgeving van de Vlaamse Overheid.
Nooit eerder zijn er in Vlaanderen zo veel en zo langdurig gedetailleerde emissiedata verzameld uit melkveestallen. Gedurende een volledig jaar zijn elk uur de ammoniakemissies gemeten in 4 doorsnee stallen van hetzelfde staltype - stallen met ligbedden en roostervloeren - en dat in quasi dezelfde periode. In de stallen werden geen ammoniak emissiereducerende maatregelen toegepast. Er werd maximaal 4 keer per dag mest verwijderd en er werd niet aan beweiding gedaan.
Vergelijking van meetmethodes
Twee meetmethodes werden gelijktijdig toegepast: een nieuwe, door ILVO ontwikkelde, meetmethode en de VERA-meetmethode (Verification of Environmental Techologies for Agricultural Production) die in Nederland, Duitsland en Denemarken wordt gebruikt. Bij de ILVO-meetmethode worden de ventilatiedebieten bepaald op basis van metingen van luchtsnelheid en -richting in de stalopeningen. Ook de ammoniakconcentraties van zowel de in- als uitgaande lucht worden gemeten aan de stalopeningen, zodat de achtergrondvervuiling kan worden onderscheiden van de toevoeging van ammoniak vanuit de stal. Bij de VERA-meetmethode worden de emissies bepaald met behulp van de tracer gas ratio methode. Hierbij worden de ventilatiedebieten berekend op basis van het verschil in CO2-concentraties in en rond de stal en de ingeschatte productie van CO2 door de aanwezige dieren. VERA schrijft voor dat de gasconcentraties in de stal via één centrale meetleiding in de stal worden gemeten en niet aan de stalopeningen. Het VERA protocol vraagt 6 meetdagen per meetlocatie in het meetjaar. ILVO besliste echter om continu te meten gedurende het meetjaar, omdat het onderzoeksdoel was een zo correct mogelijke inschatting te maken van de werkelijke ammoniakemissie van elke stal. Een bijkomend voordeel van continue metingen is het verkrijgen van inzicht in de mate waarin de ammoniakemissie varieert in de tijd én in de mate waarin de meetresultaten van beide meetmethodes verschillen doorheen het meetjaar. Deze meer gedetailleerde analyses zijn niet opgenomen in dit rapport, omdat de berekeningen gepland zijn in de maanden na publicatiedatum.
Om een meer rechtlijnige vergelijking tussen beide meetmethodes te maken, heeft ILVO de VERA-meetmethode op 2 punten aangepast 1) het gebruik van continue meetdata van het hele jaar i.p.v. 6 meetdagen en 2) het gebruik van continu gemeten ingaande ammoniakconcentraties (zoals aangetoond met de luchtsnelheidsmeters) i.p.v. een ammoniak-achtergrondconcentratie ver van de stal gemeten.
Vergelijking ammoniakemissies gemeten met de ILVO- en de VERA-meetmethode
We vatten de verschillen qua eindresultaten tussen de ILVO- en de VERA-meetmethode bondig samen in onderstaande tabel:
ILVO-meetmethode |
VERA-meetmethode |
|
Gemiddelde ammoniakemissie |
16,99 kg/dier/jaar |
14,70 kg/dier/jaar |
Verschillen in emissies tussen stallen |
Minimum 10,98 kg/dier/jaar Maximum 20,61 kg/dier/jaar |
Minimum 11,77 kg/dier/jaar Maximum 15,97 kg/dier/jaar |
Gemiddelde ammoniakemissie uitgedrukt per eenheid bevuild vloeroppervlak (BO) |
23,76 g/dier/jaar/m² BO |
20,96 g/dier/jaar/m² BO |
Verschillen in emissies tussen stallen |
Minimum 19,45 g/dier/jaar/m² BO Maximum 27,67 g/dier/jaar/m² BO |
Minimum 18,26 g/dier/jaar/m² BO Maximum 23,27 g/dier/jaar/m² BO |
Meetresultaten leiden tot nieuwe inzichten:
- Gezien de grote variaties die van dag tot dag te zien zijn in de stallen zal continu meten het meest betrouwbare emissiecijfer opleveren.
- Beide meetmethodes hebben sterke en zwakke punten. De ILVO-meetmethode is in zijn graad van detail beter dan de VERA-meetmethode en is de enige van de twee die in staat is om uur-emissiewaarden te genereren. De haalbaarheid om dergelijke gedetailleerde metingen te gebruiken voor kandidaat-PAS-maatregelen is echter laag: de ILVO-meetmethode is zeer duur, complex en arbeidsintensief. De methode is wel geschikt om de VERA-meetmethode verder te optimaliseren. Gezien de VERA-meetmethode eenvoudig toepasbaar en goedkoper is dan de ILVO-meetmethode, lijkt de ontwikkeling van een hybride meetmethode, die eerder aanleunt bij de VERA-meetmethode, de meest aan te raden toekomstpiste. ILVO zal deze inzichten meenemen naar de Nederlands-Vlaamse schrijfgroep die de meetrichtlijnen actualiseert.
- Ammoniakconcentraties in de ‘verse’ ingaande lucht zijn belangrijk. Op basis van de nu beschikbare uurmetingen van zowel in- als uitgaande lucht in de 4 stallen blijkt dat er op bepaalde momenten een niet te verwaarlozen vracht aan ammoniak aanwezig is in de ingaande lucht. De ILVO-onderzoekers menen dat de achtergrondvervuiling in mindering moet worden gebracht om een correcte waarde van de ammoniakemissie van een stal te kennen.
- Emissiefactor (enkel) uitgedrukt per dier(plaats). De ammoniakemissies gemeten met de ILVO-meetmethode blijken van stal tot stal te variëren met ongeveer een factor 2 wanneer ze enkel uitgedrukt worden per dier. De verschillen in de emissieresultaten van de bedrijven kan erop wijzen dat de stalinrichting en het stalmanagement een belangrijke invloed hebben op de hoeveelheid uitgestoten ammoniak.
- Emissiefactor uitgedrukt per dier(plaats) én oppervlakte bevuilde vloer. De hoeveelheid bevuild vloeroppervlak - het vloerdeel van de stal waarop continu dieren lopen en waarop de urine en mest terecht komt - lijkt een belangrijke impact te hebben op de ammoniakemissie. Wanneer de emissie van de stallen niet enkel per dier maar ook per eenheid bevuild vloeroppervlak wordt uitgedrukt, krimpt het verschil in ammoniakemissies tussen de vier stallen. Dit kan een indicatie zijn dat een meer accurate inschatting van de ammoniakemissie van een melkveestal gemaakt kan worden als het bevuilde oppervlak in rekening wordt gebracht. Van elke stal is de oppervlakte bevuilde vloer per dier bekend. De stal met de hoogste ammoniakemissie had gemiddeld 7,0 m² bevuilde oppervlakte per dier gedurende het meetjaar, de stal met de laagste ammoniakemissie slechts 4,6 m².
De komende maanden volgt nog een gedetailleerde analyse van de verzamelde dataset met o.a. een analyse van de verschillen tussen de ILVO- en de VERA-meetmethode en onderzoek naar de verschillen in toepassing van de VERA-meetmethode uitgevoerd door ILVO en Wageningen Livestock Research op dezelfde meetlocaties. Daarnaast worden heel binnenkort ook de resultaten verwacht van het Nederlandse NAPRO-project waarbij de gebruikte CIGR-rekenregels (welke worden gebruikt in de VERA-meetmethode om de CO2-productie door de dieren in te schatten) vermoedelijk zullen wijzigen.
Ter conclusie kan gesteld worden dat het vooropgestelde doel, nl. de bepaling van de gemiddelde ammoniakemissie van een traditionele Vlaamse melkveestal, werd behaald. De informatie uit dit rapport kan door de overheid gebruikt worden om een ammoniakemissiefactor vast te stellen. Informatie omtrent het nog te volgen traject, vooraleer de resultaten kunnen gebruikt worden in kader van vergunningverlening, is terug te vinden via deze link: https://www.vlaanderen.be/stikstof-in-vlaanderen/publicaties
Deze samenvatting is opgesteld door de ILVO-onderzoekers, en door de (opdracht gevende) Stuurgroep Referentiewerking Luchtemissies bij Landbouwactiviteiten, waarin de verschillende administraties van het beleidsdomein Omgeving zijn vertegenwoordigd.
Meetcampagne voor de bepaling van de ammoniakemissies van een traditionele melkveestal
Lees het volledige meetrapport ammoniakemissie traditionele melkveestal