Projectnieuws Plantenpester van de maand september - De preimineervlieg, Phytomyza gymnostoma
De preimineervlieg, Phytomyza gymnostoma (Diptera: Agromyzidae) is een plaag die oprukt vanuit Zuid- en Centraal Europa naar België en is een opkomend probleem voor de preiteelt in Vlaanderen. De preimineervlieg ontwikkelt in onze regio twee generaties per jaar, één in de lente en één in de herfst. De vrouwtjes maken een groot aantal voedingsstippen met hun legboor in de bladeren tijdens het leggen van de eitjes (Foto 1). Deze voedingsstippen zijn het eerste, zichtbare teken dat de vliegen actief zijn.
Larven van de preimineervlieg graven in de schacht van de prei en veroorzaken vraatgangen die de prei onverkoopbaar maken (Foto 2). De schade wordt pas vastgesteld bij de oogst tijdens het schonen van de prei. De larven ontwikkelen zich tot bruine poppen. De verpopping vindt voornamelijk plaats binnen de stengels en de bollen in de zomer en de winter, maar sommige poppen kunnen in de grond terechtkomen.
De waardplanten van de preimineervlieg behoren tot de Allium soorten, zoals prei, bieslook, ui, knoflook, sjalot en ook wilde Allium planten, maar prei en bieslook zijn het meest gevoelig voor aantasting. Bollen en stengels van planten met eitjes, larven of poppen zijn de belangrijkste bronnen van de verspreiding van deze plaag.
De preimineervlieg wordt beheerst door teelttechnische maatregelen zoals het afdekken van de Allium planten met een insectengaas gedurende de vluchtperioden, composteren van plantenresten om de overleving van de poppen te verminderen, rotatie met niet-waardplanten en vertraagde aanplant van voorjaarsgewassen. Het bestrijden van deze plaag wordt ook bereikt a.d.h.v. de courante insecticiden als laatste optie in de geïntegreerde beheersingsstrategie. Recent werd er bij het ILVO samen met PCG, Inagro en PSKW een onderzoeksproject (VLAIO-PREIMINEERVLIEG) afgerond waarin de geïntegreerde beheersing van de preimineervlieg in prei werd onderzocht.