Projectnieuws Milieueffecten van offshore windparken in de zachte sedimenten rond de windturbines
Tot nu toe werden geen rif-effecten of effecten van visserij-uitsluiting waargenomen in de zanderige zones tussen windturbines, dat blijkt uit de recente monitoringsresultaten naar vissen en ongewervelden in twee windparken. De soorten, die er leefden vóór de bouw van de windparken, domineren nog steeds de zachte sedimenten.
Verplicht monitoringprogramma
Vandaag zijn er vier offshore windparken operationeel in het Belgisch deel van de Noordzee, en de bouw van een vijfde en zesde is momenteel aan de gang. Eind 2018 zal een geïnstalleerde capaciteit van 1152 Megawatt, bestaande uit 274 offshore windturbines, operationeel zijn in onze nationale wateren. Drie andere projecten zullen in 2019 en 2020 van start gaan met de bouw. Elke domeinconcessie gaat gepaard met een milieuvergunning. Een dergelijke vergunning bepaalt de voorwaarden om de impact van het project op het mariene ecosysteem tot een minimum te beperken, maar legt ook een monitoringprogramma op om de effecten van het project op het mariene milieu te kunnen evalueren. Deze monitoring wordt in België uitgevoerd door een consortium van vier onderzoeksinstellingen, waaronder ILVO. Onderzoekers van ILVO volgen de toestand op van ongewervelden en vissen op de zandbodem rond de turbines. Niet het leven op de windmolens dus, maar het leven ertussen.
‘Rif-effect’?
Die monitoring heeft aangetoond dat de typische ‘zandbodem’ gemeenschap die voor de bouw van de windparken aanwezig was in deze zone, zich nog steeds weet te handhaven. Diversiteit, biomassa en aantal vissen en ongewervelden op de zandbodem tussen de windmolens, is heel gelijkaardig aan de referentiezones buiten de windparken. Opvallend is wel dat mosselen en anemonen, organismen waarvan bekend is dat ze groeien op de funderingen van de turbines, in de omringende sedimenten van één van de onderzochte windparken, talrijker zijn geworden dan in referentiezone buiten dit windpark. Er is echter een gedetailleerde opvolging nodig om na te gaan of dit een eenmalige bevinding is, dan wel een echt windpark-effect. Het is dus nog te vroeg om te concluderen dat er een rechtstreeks ‘rif-effect’ of een onrechtstreeks effect van het uitsluiten van visserij is.
Naast de opvolging in reeds operationele windparken, werden ook de referentieomstandigheden in nieuwe concessiezones beschreven, zowel voor ongewervelden als voor visgemeenschappen. Op basis daarvan zullen de effecten van nieuw gebouwde windparken op deze gemeenschappen in de toekomst geëvalueerd kunnen worden.
Project: WinMon - Milieueffecten van windparken in het Belgisch deel van de Noordzee
Financiering: C-Power nv, Parkwind nv, Rentel nv, Norther nv
Looptijd: 2005-heden
Samenwerking: KBIN/OD Natuur (coördinator), INBO, UGent
Link: https://odnature.naturalsciences.be/mumm/nl/blog_news/post_519