Persbericht Bestrijding van de wollige appelbloedluis met entomopathogene nematoden

01/01/2013
Verzameling van wollige rode luizen op een tak
De wollige bloedluis (Eriosoma lanigerum)

De wollige bloedluis (Eriosoma lanigerum), een echte bladluis, is één van de grootste schadeverwekkers in de appelproductie. Een aantasting kan leiden tot oogstverlies door besmeurde en kleinere vruchten. Ook vervormingen (kankerweefsel) en verzwakking van bomen op lange termijn kunnen voorkomen. Tijdens de zomermaanden leveren twee natuurlijke vijanden een belangrijke bijdrage tot de bestrijding van de bloedluizen: de sluipwesp Aphelinus mali en de oorworm Forficula auricularia. In het begin van het voorjaar zijn de bloedluizen de natuurlijke vijanden echter te vlug af. Dan bouwen ze snel en ongehinderd grote bloedluiskolonies die schadelijk zijn voor de appelteelt.

Kunnen andere natuurlijke vijanden ingezet worden tegen de wollige bloedluis?

In andere werelddelen heeft men vastgesteld dat in de herfst een deel van de bloedluizen migreren naar de wortels om te overwinteren. De bloedluizen kunnen ook in deze periode belangrijke schade verrichten aan de wortels. In de lente migreren de bloedluizen van de wortels opnieuw naar de takken van de appelbomen om daar nieuwe kolonies te vormen. Met deze kennis in gedachte zou een ondergrondse behandeling met een derde natuurlijke vijand een oplossing kunnen bieden tegen het ontstaan van de nieuwe bloedluiskolonies in de lente.

Biologische bestrijding met entomopathogene nematoden (EPN)

De meest succesvolle groep biologische bestrijders tegen ondergrondse plaagorganismen zijn EPN. Deze groep wordt reeds succesvol ingezet tegen taxuskevers, rouwmuggen, emelten, engerlingen en tal van andere schadelijke grondorganismen. EPN brengen hun hele leven door onder de grond. Ze sporen een gastheer op, dringen deze binnen, doden de gastheer en vermenigvuldigen zich uiteindelijk in deze gastheer. De afdodende werking van de EPN zit in hun symbiotische bacterie. De EPN vervoert en beschermt de symbiotische bacterie en als wederdienst doodt de bacterie de binnengedrongen gastheer met toxines. Diezelfde bacterie breekt vervolgens de dode gastheer verder af tot bruikbare voedsel voor de EPN.

Kunnen EPN ingezet worden tegen de wollige bloedluis?

In ons onderzoek hebben we alle commerciële EPN soorten onderworpen aan een grondige screening naar hun afdodingsefficiëntie voor de bloedluis. In laboratorium- en veldproeven observeerden we dat EPN de bloedluizen wel binnendrongen, maar dat de bloedluizen niet afgedood werden. Dit hebben we kunnen toeschrijven aan het feit dat de symbiotische bacterie van de EPN niet kan groeien in de bloedluis, en bijgevolg ook niet de afdodende toxines kan aanmaken. Tijdens veldonderzoek hebben we eveneens vastgesteld dat de bloedluizen in België niet overwinteren op de wortels, maar eerder onder de schors van de appelbomen kruipen ter beschutting tegen de kou. Dit betekent dat er eerder naar een bovengrondse biologische bestrijder moet gezocht worden om in combinatie met sluipwesp en oorworm de bloedluizen op een natuurlijke manier onder controle te houden in de appelboomgaarden.

Onderzoekseenheid: pcfruit vzw, Fruittuinweg 1 - 3800 Sint-Truiden
ILVO-Plant, onderzoeksdomein Gewasbescherming, Burg. Van Gansberghelaan 96 - 9820 Merelbeke
Samenwerking: pcfruit vzw (promotor) en ILVO gewasbescherming
Financiering: Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Techniek (IWT)

Bloedluizen op een tak Plant aangetast door wollige appelbloedluizen Kolonie bloedluizen

Vragen?

Contacteer ons

Nicole Viaene

Expert plantengezondheid en plantpathogene nematoden

Ook interessant