Mededeling Screening van ammoniakemissiereducerende maatregelen op toepasbaarheid in de biologische veehouderij
Dit rapport werd opgemaakt in het kader van het project ‘Reductie van ammoniakemissies in de biologische veehouderij (RAMBIO)’, gefinancierd door Departement Landbouw en Zeevisserij. De uitvoerende partners zijn ILVO (coördinatie), Bioforum en Govaerts & Co. Het doel van het project was maatregelen te identificeren voor ammoniakreductie bij varkens, pluimvee en geiten die aansluiten bij de biologische wetgeving, bij voorkeur brongericht zijn en passen in een systeemaanpak. Voorbeelden hiervan zijn maatregelen gericht op diermanagement, strooiselmaterialen, inrichting van de uitloop, …
Hiertoe werd de toepasbaarheid van de wettelijk erkende ammoniak reducerende maatregelen uit de gangbare veehouderij voor de biosector beoordeeld. Daarnaast werd gezocht naar andere, (nog) niet in de AEA- en PAS-lijst opgenomen ammoniak reducerende maatregelen met behulp van internationale wetenschappelijke literatuur, contacten met buitenlandse onderzoekers, ervaringen uit lopend ILVO PAS-onderzoek en werkgroepen met biologische landbouwers. De beoordeling van de toepasbaarheid gebeurt op basis van (1) compatibiliteit van het werkingsprincipe van de maatregel met de biologische wetgeving (2) de resultaten van reeds uitgevoerde emissiemetingen (3) de voorwaarden rond de toepassing ervan om de effectiviteit te garanderen en (4) de haalbaarheid in de praktijk.
Na de screening werd een selectie van ammoniakreducerende maatregelen verder uitgediept door middel van werkgroepen met wetenschappelijke en professionele experten. De eindconclusie rond deze uitgediepte maatregelen (vermoedelijke potentieel van de maatregel en/of prioritaire onderzoeksvragen) wordt in het rapport telkens weergegeven in een oranje kader.
Om de werking van reducerende maatregelen te begrijpen is het belangrijk om de vormingsmechanismen voor ammoniak te kennen. Specifieke aandachtspunten rond ammoniakemissies in de biologische veehouderij worden besproken. Nadien volgen algemene conclusies, inclusief prioritaire onderzoeksvragen volgens experten.