Persbericht Eerste Europese referentielabo voor schadelijke nematoden en bacteriën op planten
Het diagnosecentrum voor planten van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek mag zich behalve nationaal referentielaboratorium (NRL) nu ook een van de eerste Europese referentielabs voor schadelijke bacteriën en nematoden op planten noemen. Doel is om de methodologie voor een nauwkeurige en snelle detectie van ziekten en plagen op één lijn te brengen.
Eerste EURL
De betrokken ILVO-medewerkers zullen onder meer richtlijnen moeten geven aan de plantgezondheidslabs in de EU over wat en hoe er voortaan best wordt getest.
De aanstelling past in de nieuwe Europese plantgezondheidswetgeving die de lidstaten vanaf eind 2019 moeten implementeren. Voor voeding en diergezondheid waren al langer Europese referentielabo’s aangesteld, maar voor plantgezondheid is dit nieuw. De Europese Commissie wil voortaan dus ook sterker inzetten op de plantgezondheid en op de fytosanitaire gezondheid van de agrovoedingsketen.
Van NRL naar EURL
ILVO’s diagnosecentrum voor planten analyseert planten en plantaardige producten, grond en water op de aanwezigheid van allerlei plantschadelijke organismen. Sinds 2007 is ILVO de enige Belgische NRL voor nematoden, insecten en bacteriën, en is het samen met CRA-W, de Waalse tegenhanger van ILVO, NRL voor schimmels en virussen/fytoplasma’s.
Enkel in de sector nematoden en bacteriën wordt het diagnosecentrum nu gepromoveerd tot referentielab op Europees niveau. Gezien het uitgebreide takenpakket gebeurt dat in een klein netwerk: Voor de nematoden is ILVO verantwoordelijk samen met het Franse ANSES. Voor de bacteriën bestaat de groep uit ILVO, het Nederlandse NVWA, het Sloveense NIB en het Italiaanse CREA.
Omvangrijke taak
De EURL’s moeten ondersteuning en advies bieden aan alle erkende labo’s in de EU over de gebruikte methodes en te volgen werkwijzen. Ze hebben de taak om referentiemateriaal van quarantaine organismen voort te brengen, bij te houden en te verdelen voor studiedoeleinden en ringtests. Ze moeten wetenschappelijke en technische opleidingen te geven. En een lidstaat die zich geconfronteerd ziet met een de plotse verschijning en/of verspreiding van een schadelijk organisme moet snel ondersteuning van de EURL krijgen. Er komt ten slotte een transparante planning van de prioriteiten: de EU Commissie legt in een werkplan tot einde 2020 vast welke organismen bij voorrang door de EURL moeten worden aangepakt.
In 2016 keurde Europa een nieuwe Europese plantgezondheidswet goed, die vanaf eind dit jaar volledig in voege treedt. De wet bereidt Europa beter voor op de potentiële uitbraak van ziekten en plagen en vermijdt maximaal dat er exotische ziekteverwekkers binnenkomen. Een netwerk van referentielabo’s dat ervoor zorgt dat alle labo’s in Europa dezelfde standaarden hanteren voor snelle en nauwkeurige detectie van ziekten en plagen is daarbij een onmisbaar instrument.