Persbericht Doctoraat bevestigt: Windmolenparken interessant habitat voor sommige vissoorten, waaronder pladijs. Die profiteert van voedselrijk rif in de rotszone.

01/03/2023
Bekijk video op Vimeo

Voor het eerst vonden wetenschappers bewijs dat windmolenparken ook op platvissen zoals pladijs een positief effect hebben. In het windmolenpark C-Power op het Belgisch deel van de Noordzee stelde doctorandus Jolien Buyse een drie keer grotere toename van pladijs vast dan erbuiten. Duikexpedities in het Belwind-park bevestigden dat de vissen zich specifiek ophouden in het zand van de rotsachtige zones rond de turbines. Vanop de steenblokken jagen ze op prooien die op en rond de windmolenpalen veelvuldig aanwezig zijn. Tegen 2050 nemen windmolenparken naar schatting 10% in van de volledige Noordzeeruimte. Daarom is inzicht krijgen in de impact van windmolenparken op het mariene ecosysteem een belangrijke wetenschappelijke opdracht.

ILVO heeft als wetenschappelijk onderzoekscentrum veel ervaring in het onderzoeken van de impact van economische activiteiten zoals visserij, baggeren, zand- en nu ook energiewinning op het leven op zee. In haar doctoraatswerk voor het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Universiteit Gent en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) focuste Jolien Buyse specifiek op de impact van windmolenparken op pladijs, een commercieel belangrijke platvis in de zuidelijke Noordzee.

Grote steenblokken op de zeebodem aangebracht

Er zijn veel verschillen tussen windmolenparken. De historische impact van visserij in de zones waar nu windmolens staan, het type fundering dat geplaatst wordt en de natuurlijke omgevingsfactoren variëren sterk. Maar er zijn ook gelijkenissen. Rond monopiles – de meest geplaatste fundering voor windmolens in Europa – worden grote steenblokken geplaatst om erosie van de zachte zeebodem te vermijden. Wetenschappers toonden eerder al aan dat die rotsstructuren kunstmatige riffen en schuilplekken kunnen vormen voor vissen en andere grote zeedieren die graag op stenige bodem verblijven, zoals kabeljauw en noordzeekrab. Voor platvissen zoals pladijs, die eerder zand verkiezen als habitat, kon dit effect niet eerder worden aangetoond.

C-Power: drie keer grotere toename in pladijs op parkschaal

Op basis van boomkorstaalnames voor en na de bouw van het C-Power park op 30 km van de Belgische kust, kon Jolien Buyse effectief een gunstig effect op het aantal pladijs vaststellen. Nu het park ongeveer 15 jaar energie opbrengt, is de pladijs ‘densiteit’ drie keer meer gestegen ín het park dan in het controlegebied. Het lijkt erop dat pladijs profiteert van het verhoogde voedselaanbod in het park en mogelijks ook van de afwezigheid van visserijactiviteit, want visserij is niet toegelaten in de Belgische parken.

Belwind: vier keer meer pladijs op het zand dat zich ophoopt tussen de steenblokken

Om te onderzoeken of vissen specifiek aangetrokken worden door de rotszone, deed Buyse duikexpedities in het Belwind-park (46 km van de kust). Daarbij vond ze vier keer meer pladijs in het zand tussen de rotsen dan in de typisch Belgische, zandige zeebodem verder weg van de palen. Bovendien is het dieet van pladijs in het windmolenpark duidelijk gekenmerkt door prooien die zich typisch op harde substraten bevinden, in tegenstelling tot pladijs die verder weg van de parken op zandige bodems foerageren op prooien die typisch zijn voor zandige bodems.

Pladijs gebruikt de rotszone om te foerageren. Er zijn dan ook veel prooien te vinden.

Jolien Buyse

Pladijs lijkt trouw aan zijn nieuwe, voedselrijke habitat

Opmerkelijk is dat de vissen trouw lijken te zijn aan het park als nieuw habitat. Een 30-tal vissen uit het Belwind-park werden uitgerust met akoestische zenders om hun ruimtelijke bewegingen doorheen het jaar en binnen het park te monitoren.

Ze zwemmen de hele zomer in een straal van 100 m rond een bepaalde turbine en verlaten het park pas in de winter om zich voort te planten in dieper water. Een derde keert in het voorjaar zelfs terug naar het park. Pladijs vertoont dus een heel grote plaatsgetrouwheid. In het park zelf vertoeven ze 's nachts in het zand of zwemmen ze hogerop in de waterkolom om predatoren te ontwijken, terwijl ze overdag voederexcursies uitvoeren vanop dat omliggende zand naar het voedselrijke ‘rifsysteem’ dat zich vanaf de windmolenpalen in de rotszones errond heeft ontwikkeld.

Jolien Buyse

Pladijs eet meer maar is daarom niet in betere conditie

Meer voedsel in de parken hoeft niet noodzakelijk te betekenen dat de conditie van pladijs in het park beter is dan erbuiten. Buyse onderzocht de maag- en darminhoud en de geslachtsklieren maar vond noch op vlak van gezondheid, noch op vlak van vruchtbaarheid een eenduidig verschil. Meer voedsel leidt dus in eerste instantie tot meer vissen die ervan kunnen profiteren. Of het gunstig effect op het aantal pladijzen in het park zich uitbreidt naar de ruimere pladijsbestanden buiten de parken en algemener in de Noordzee, is voer voor verder onderzoek.

Vragen?

Contacteer ons

Ook interessant