Projectnieuws Aquacultuur in stroomversnelling gebracht via onderzoek en individuele begeleiding

17/12/2019
Vissen op ijs
De grondsmaak bij kweekvis is één van de problemen die ILVO aanpakt binnen het Aquavlan2 project

Ondernemen in aquacultuur is een grote uitdaging, maar biedt tegelijk ook veel kansen. Drie jaar lang ondersteunde het Interreg-project Aquavlan2 de aquacultuur- en glastuinbouwsector in de grensregio Vlaanderen-Nederland via onderzoek en individuele begeleiding. ILVO ontwikkelde binnen dit programma een manier om grondsmaak in kweekwater te verminderen, en testte de toepassing van biovlokken als voer voor verschillende soorten.

Uitbreiding aquacultuursector

De projectpartners binnen AquaVlan2 pakten knelpunten als voeder, energie, infrastructuur, water en grondstoffen aan via onderzoek naar geavanceerde teelt- en productiesystemen. Zo leverden ze een bijdrage aan een duurzame uitbreiding van de aquacultuursector. De verdere ontwikkeling van technieken moet de sector in staat stellen om kringlopen in de zoute en zoete aquacultuur te sluiten, nieuwe voeders voor schelpdieren en vissen te benutten en de grondsmaak in aquatische producten te voorkomen.

Vermijden afzwemmen van de kweekvis

De huidige methode om grondsmaak te voorkomen, namelijk het afzwemmen van de kweekvis, kan een verlies aan productie betekenen. Daarom zocht ILVO naar een methode om de grondsmaakmoleculen in het kweekwater te verminderen. Onderzoekers slaagden daarin door ozon toe te dienen via micro- en nanogasbelletjes. Daardoor blijft het gas veel langer in het water en hebben de ozonmoleculen meer kans om in het water op te lossen en chemische stoffen, waaronder grondsmaakmoleculen, sneller af te breken. Dankzij die techniek is de afzwemtijd veel korter. Zo verliest de kweker minder productie en bespaart hij water.

Biovlokken als voeder

Binnen het werkpakket ‘Sluiten van kringlopen in zoute aquacultuur’ testte ILVO ook de toepassing van biovlokken als voer voor verschillende organismen in kweekomstandigheden. Deze biovlokken bestaan uit bacteriële biomassa, die wordt ‘gekweekt’ door een extra toediening van koolstof aan een kweek van bacteriën. Die gebruiken de koolstofbron én afvalproducten uit de aquacultuur, zoals stikstof en fosforhoudende stoffen, om bacteriële biomassa te produceren. De productie vermindert dus de uitstoot van afvalstoffen naar het milieu toe. De biovlokken bevatten eiwitten, koolhydraten en vetten, en kunnen als (bij-)voer aan de doelsoort gegeven worden. Bijgevolg kan het toedienen van commerciële voeders worden verminderd, en kan de productiekost worden gedrukt. Uit de tests blijkt dat biovlokken een geschikt bijvoeder zijn voor de schelpkokerworm en de grijze garnaal.

Interreg partners Aquavlan2

Project: AquaVlan2
Financiering: Interreg Vlaanderen-Nederland, Provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Zeeland
Looptijd: 2017 - 2019
Samenwerking: Inagro, Universiteit Gent, Odisee, Empro Europe, Proefcentrum voor Groenteteelt (PCG) en HZ University of Applied Sciences (HZ)

Vragen?

Contacteer ons

Daan Delbare

Expert aquacultuur

Ook interessant