Mededeling Screening van meetmethodes voor de bepaling van het ventilatiedebiet bij de uitvoering van emissiemetingen in veestallen
Om de emissie van polluenten uit veestallen te bepalen worden twee parameters bemeten. De ene parameter betreft het concentratieverschil van het polluent tussen de stallucht en de buitenlucht. De andere parameter betreft de hoeveelheid lucht die de stal verlaat, met name het ventilatiedebiet. Door het verschil in concentratie in de ingaande en uitgaande lucht van de stal te combineren met het ventilatiedebiet kan de emissie berekend worden (Hassouna et al.et al., 2016). Voor de bepaling van het ventilatiedebiet van een stal wordt onderscheid gemaakt tussen mechanisch- en natuurlijk geventileerde stallen volgens onderstaande definities.
Mechanisch geventileerde stal = stal met goed gedefinieerde lucht in- en uitlaten, waarbij de lucht de stal verlaat via een uitlaat/ventilatieschacht (VERA, 2018b). Bij mechanisch geventileerde stallen creëren ventilatoren een luchtstroom waardoor via onderdruk de stallucht via de ventilatieschacht(en) wordt weggezogen. De luchtinvoer via luchtopeningen wordt (automatisch) gereguleerd, om zo een stabiel stalklimaat te behouden. Pluimvee-, varkens- en vleeskalverstallen zijn in Vlaanderen in hoofdzaak mechanisch geventileerd.
Natuurlijk geventileerde stal = stal waarbij de ventilatie in hoofdzaak berust op natuurlijke luchtverversing. Deze stallen bevatten luchtopeningen aan de zijkanten en/of in de nok van het dak. De luchtcirculatie kan bijkomend gestimuleerd worden door het plaatsen van ventilatoren in de stal. Daarnaast kan de luchtinvoer beperkt worden door het (deels) afsluiten van de luchtopeningen via (geautomatiseerde) schermen. Melk- en vleesveestallen zijn in Vlaanderen in hoofdzaak natuurlijk geventileerd.
Dit rapport focust op de meetmethodes die aangewend kunnen worden om het ventilatiedebiet te bepalen bij de uitvoering van emissiemetingen bij veestallen. Na de omschrijving van de diverse beschikbare meetmethodes (Hoofdstuk 3), wordt in het vierde hoofdstuk opgelijst welke meetmethodes toegelaten of ‘erkend’ zijn in diverse (inter)nationale meetprotocollen voor de bepaling van het ventilatiedebiet in stallen. Het rapport bediscussieert de mogelijke meetmethodes (Hoofdstuk 4) en eindigt met een conclusie (Hoofdstuk 5) rond meetmethodes voor de bepaling van het ventilatiedebiet in een veestal.
