Milderende maatregelen voor geuremissies

Snel naar:

Literatuurstudie

In het kader van de referentietaken voor het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie, werd een literatuurstudie opgemaakt over milderende maatregelen voor geuremissies die in bestaande varkens- en pluimveestallen in Vlaanderen kunnen toegepast worden. Deze studie geeft een overzicht van het wetenschappelijk onderzoek dat internationaal werd uitgevoerd rond deze maatregelen. Het betreft maatregelen die relatief eenvoudig en zonder grote extra kosten toegepast kunnen worden in de meeste bestaande stallen.

Milderende maatregelen voor geuremissies afkomstig van bestaande varkens- en pluimveestallen in Vlaanderen (pdf - aangepaste versie sinds 30/09/2013)

Omzendbrief

Deze omzendbrief is van toepassing op bestaande varkens- of pluimveestallen (dat zijn stallen die niet volgens de lijst van ammoniakemissiearme stallen uitgevoerd zijn) die in het verleden aanleiding hebben gegeven tot klachten over geurhinder en waarvan op het moment van (her)vergunning wordt geoordeeld dat het bedrijf een onaanvaardbare geurhinder veroorzaakt voor de omwonenden.

Het doel van de omzendbrief is om de actuele en economisch haalbare technische en organisatorische maatregelen, ter beperking van de geuremissie bij bestaande varkens- en pluimveestallen, op te lijsten.

De omzendbrief vormt een beoordelingskader voor de vergunningverlenende overheden zodat de uniforme behandeling van (her)vergunningsaanvragen van varkens- en pluimveehouderijen over de provincies heen bevorderd wordt en de rechtszekerheid van de betrokken landbouwers gegarandeerd is.

Deze omzendbrief is ook een praktische leidraad voor de landbouwers die geconfronteerd worden met klachten van geurhinder bij de indiening van hun vergunningsdossier. Op die manier kunnen zij reeds pro-actief een aantal maatregelen in hun vergunningsdossier opnemen.

De te nemen maatregelen zullen vastgelegd worden in overleg met de bevoegde administratie. De stappen die doorlopen worden in het kader van een (her)vergunningsaanvraag zijn terug te vinden in de omzendbrief (5. Stappenplan).

Omzendbrief (pdf)

Maatregelen

Voor veel van de opgelegde maatregelen geldt als uitvoeringsvoorwaarde de opmaak van een standaardprocedure. De toepassing van de standaardprocedure moet in bepaalde gevallen genoteerd en bijgehouden worden in een logboek. De standaardprocedure en het logboek moeten op elk moment ter beschikking gehouden worden van de toezichthouders. Op deze site worden voorbeelden van de verschillende standaardprocedures en logboeken ter beschikking gesteld (klik op de onderstaande maatregelen). In specifieke gevallen en bij akkoord van de vergunningverlenende overheid kan afgeweken worden van deze voorbeelden van standaardprocedures en logboeken.

Klik op de maatregelen voor meer informatie!

Milderende maatregelen voor varkensstallen

A-V1 Optimalisatie van het ventilatiesysteem
A-V2 Intensief en regelmatig reinigen van de stal bij all-in of all-out systemen
A-V3 Voederen volgens de behoeften van de dieren
A-V4 Goed brijvoedermanagement als dat van toepassing is
A-V5 Voederverliezen beperken en deze regelmatig verwijderen
B-V1 Beperken van de mestverblijftijd in de stal

Milderende maatregelen voor pluimveestallen

A-P1 Optimaliseren van het ventilatiesysteem
A-P2 Intensief en regelmatig reinigen van de stal

Volledig ingestrooide stallen

A-P3 Geschikt strooiselmateriaal kiezen (aangepaste versie sinds 30/09/2013)
A-P4 Nat en samengeklit strooisel verwijderen en vervangen door vers strooisel
A-P5 Drinkwaterverlies beperken

Niet volledig ingestrooide stallen

A-P6 Frequente afvoer van mest naar gesloten opslag

Milderende maatregelen voor buiten de stal

B1 Kadaverkoeling
B2 De ventilatie-uitlaat verhogen
B3 Aanleggen van een windsingel
B4 Een windbreekmuur installeren

Vraag en Antwoord

Vraag 1: Bij de milderende maatregelen voor varkensstallen, is de eerste maatregel “optimaliseren van het ventilatiesysteem”. Wat als een deel van de bestaande varkensstallen nog natuurlijk wordt geventileerd? Moeten we er van uit gaan dat dit niet meer kan, en dat maw de natuurlijk geventileerde stallen moeten aangepast worden naar mechanische ventilatie?

De maatregel die op dit ogenblik in de omzendbrief staat, gaat over stallen die al uitgerust zijn met een mechanisch ventilatiesysteem. Bij deze stallen kunnen er zich specifieke problemen voordoen die zich minder of niet stellen bij natuurlijk geventileerd stallen, zoals bijv. overmatige ventilatie, vervuiling van het ventilatiesysteem. Bij natuurlijke ventilatie kan het standaardpakket ook toegepast worden met het opgegeven reductiepercentage.

Het is aangewezen hierbij ook enige commentaar te geven voor diegene die willen overschakelen naar mechanisch verluchte stallen.

Voor vleesvarkensstallen en biggenstallen is het zo, dat het ombouwen van natuurlijke ventilatie naar een goed gedimensioneerde mechanische ventilatie, ook iets kan opbrengen voor de landbouwer, aangezien het klimaat in de stal meestal zal verbeteren. In zeugenstallen levert dit echter niet altijd een voordeel op, en is het bovendien vaak ook moeilijker om dit te realiseren.

Ingestrooide stallen worden beter natuurlijk geventileerd en niet mechanisch.

Bij natuurlijk geventileerde stallen zal geval per geval moeten bekeken worden of het ombouwen naar een mechanisch geventileerde stal een verbetering kan inhouden voor de gehinderden. Het is bijv. mogelijk dat er gehinderden op zeer dichte afstand zijn en dat het plaatsen van een mechanische ventilatie met ventilatiekokers op het dak er kunnen voor zorgen dat de hinder op heel dichte afstand zal verkleinen. Indien bijv. de gehinderden zich niet erg dicht bij de stal bevinden en ze terecht komen in de pluim van de mechanische ventilatie kan dit leiden tot meer geuremissie dan bij de natuurlijk geventileerde stal. Bovendien moet men ook rekening houden met het visuele aspect van de ventilatiekokers. Het kan ervoor zorgen dat dit een psychisch effect veroorzaakt bij de omwonenden en deze vlugger geurhinder zullen ondervinden.

De kostprijs van de omschakeling naar mechanische ventilatie is sterk afhankelijk van de bestaande situatie. Zowel mechanische als natuurlijke ventilatie zijn een BBT maatregel. Ombouwen bij een bestaande stal van de natuurlijke verluchting naar mechanische verluchting is niet altijd BBT.

Als de stal sowieso gerenoveerd (vernieuwing dak en ramen) moet worden kan dit gemakkelijker meegenomen worden. Anders kan het leiden tot grote kosten.

Vraag 2: Een reductie voor windsingels kan enkel voor “het bestaande gedeelte” van het bedrijf. Voor de nieuwe stallen kan/mag deze reductie niet toegepast worden. Hoe kan dit?

De omzendbrief is opgesteld om geurproblemen rond bestaande stallen aan te pakken. Het kan niet de bedoeling zijn dat de omzendbrief ervoor zorgt dat een windsingel niet meer toegepast kan worden bij nieuwe stallen. De vraag is echter hoeveel % reductie er mag gerekend worden bij de toepassing van een windsingel rond een nieuwe stal. Momenteel is dit aspect nog niet opgenomen in het richtlijnenboek dieren van de MER-cel. Binnen LNE is hierover overleg bezig wat de meerwaarde van een windsingel kan zijn.

Mogen we er op wijzen dat het een maatregel is, die heel wat termijn vergt voor er enig effect is, als deze nog moet uitgevoerd worden. Het is eerder een maatregel die in laatste orde van overleg nog enige positieve doorslag kan geven.

> Terug naar: ILVO Referentietaken ten behoeve van het beleidsdomein Omgeving