Nieuws Plantenpest(er): De Oosterse vruchtvlieg Bactrocera dorsalis

15/05/2024

In België worden regelmatig larven van de Oosterse vruchtvlieg (maden dus) onderschept tijdens controles van ingevoerd fruit en groenten uit Afrikaanse landen. Deze vlieg, die behoort tot de familie van de Tephritidae (Diptera) en in 2020 al eens werd beschreven in Plantenpester van de maand, is een prioritaire quarantaineplaag in de Europese Unie (Figuur 1). Dit betekent dat de EU de introductie van deze vlieg ten allen koste wil vermijden wegens het risico op grote economische schade in de Europese fruit- en groenteteelt. Als de onderschepte larven geïdentificeerd worden, o.a. door het ILVO, als Oosterse vruchtvlieg, worden de besmette partijen fruit of groenten vernietigd om verdere verspreiding te voorkomen. In 2023 werden echter voor het eerst volwassen vliegen aangetroffen in België, wat dan ook de reden is dat deze Plantenpester hier opnieuw onder de aandacht wordt gebracht, met de nadruk nu op de volwassen exemplaren, de vliegen.

kenmerken oosterse vruchtvlieg
Figuur 1 – Een volwassen Oosterse vruchtvlieg (© Viwat Wornoayporn/IAEA) en enkele onderscheidende kenmerken.

De afgelopen jaren waren er al meldingen van volwassen Oosterse vruchtvliegen in Oostenrijk, Frankrijk en Italië, maar nog niet in meer noordelijke Europese landen zoals België. Tot in augustus 2023 op een openbare groeten- en fruitmarkt in het centrum van Antwerpen een mannelijk exemplaar van de Oosterse vruchtvlieg werd gevangen in een val. Eén van de meest gebruikte vallen is de Tephri-Trap® (Figuur 2). Dit is een trechterval die bestaat uit twee delen: een gele basis met daarin drie cirkelvormige openingen waarlangs de vliegen de val binnenvliegen en een transparant deksel. In deze val bevindt zicht ook een lokstof (feromoon) die de vliegen aantrekt en tevens een bewaarvloeistof (monopropyleenglycol) die de gevangen vliegen afdoodt.

Tephri-Trap
Figuur 2 – Tephri-Trap val (© FAO) gebruikt voor het monitoren van de Oosterse vruchtvlieg.

Deze val was dus opgehangen in het kader van een jaarlijkse monitoring door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en men vermoedde dat deze vruchtvlieg ontsnapt was uit een partij geïmporteerde exotische vruchten op of nabij de markt. Naar aanleiding van deze vondst werden extra vallen opgehangen rond de markt en in de ruime omgeving werden locaties met waardplanten geïnspecteerd. Daarnaast werd een oproep gedaan naar groothandelaars van groenten en fruit, maar ook naar burgers, om alert te zijn voor de Oosterse vruchtvlieg. Slechts enkele weken later werden opnieuw twee volwassen vliegen gevangen op openbare markten. Opmerkelijk, deze vondst gebeurde op 50 en 100 km van de eerste detectieplaats. Bovendien werden in Antwerpen nog eens vier extra volwassen vliegen gevonden, maar deze keer op verschillende locaties, waaronder gemeenschapstuinen.

De meest plausibele verklaring voor de aanwezigheid van Oosterse vruchtvliegen op openbare markten in België is dat de vruchtvliegen als eitjes of larven zijn meegereisd met geïmporteerde vruchten, hoofdzakelijk mango en paprika. Het is wel opmerkelijk dat volwassen exemplaren bijna gelijktijdig op drie verschillende en relatief ver van elkaar verwijderde locaties werden aangetroffen. Bovendien werden vliegen in Antwerpen ook gevonden op locaties die zich niet meteen in de nabijheid van een markt bevonden. Op basis van genetische analyses kon het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika ondertussen vaststellen dat de gevangen Oosterse vruchtvliegen niet allemaal afkomstig waren uit dezelfde regio in Afrika, wat waarschijnlijk wijst op meerdere onafhankelijke introducties in ons land. Het is van belang om te achterhalen waar deze vliegen precies vandaan komen, omdat dit ons in staat stelt landen te identificeren die een groot risico betekenen voor het exporteren van deze plaag samen met partijen vruchten. Zo kunnen we dan een effectievere strategie ontwikkelen om de introductie en verspreiding van deze vruchtvlieg in ons land tegen te gaan.

De verschillende vondsten suggereren ook dat dergelijke introducties in de toekomst vaker zullen plaatsvinden. Daarom is extra waakzaamheid geboden, zowel bij het FAVV, de sector van exotisch geïmporteerd fruit als bij het brede publiek. Een hogere waakzaamheid kan men bekomen door meer vallen te plaatsen in de buurt van markten of groothandelsbedrijven en door meer locaties te monitoren die gelinkt zijn aan de verwerking van fruitafval, zoals bv. composteringsbedrijven.

Naast het plaatsen van meer vallen of het monitoren van bijkomende locaties, zou men ook burgers kunnen betrekken bij het vroegtijdig detecteren van ongewenste vruchtvliegen in hun composthoop. ILVO diende een aanvraag in voor een dergelijk Citizen Science project, en hopelijk kunnen we hier later dit jaar effectief mee aan de slag. In dat geval is het natuurlijk belangrijk dat iedereen de Oosterse vruchtvlieg van andere vliegen of insecten kan onderscheiden, maar dit valt gelukkig best mee (Figuur 1). De volwassen Oosterse vruchtvlieg is een kleine vlieg (lengte: 6-8 mm) en kan herkend worden aan:

  • 1) de twee gele strepen aan de randen van hun borststuk
  • 2) de zwarte rand aan de rand van hun vleugels
  • 3) het T-vormige patroon op hun achterlijf
insecten waarmee de vruchtvlieg kan verward worden
Figuur 3 – Insecten waarmee de Oosterse vruchtvlieg zou kunnen verward worden. Van links naar rechts: de Duitse wesp Vespula germanica (© fotoopa), de honingbij, Apis mellifera (© Jürg Vollmer) en de Aziatische/suzuki fruitvlieg (© Oregon Department of Agriculture)

Oosterse vruchtvliegen zouden kunnen verward worden met wespen, maar deze zijn groter en hebben, in tegenstelling tot vruchtvliegen, 2 paar vleugels (Figuur 3). Bijen zijn dan weer sterk behaard, terwijl dit niet het geval is bij de Oosterse vruchtvlieg. Daarnaast zou er eventueel naamsverwarring kunnen zijn met de Aziatische fruitvlieg, Drosophila suzukii. Volwassen exemplaren van deze laatste zijn echter veel kleiner (2-3,5 mm) en uiterlijk totaal verschillend van de Oosterse vruchtvlieg. Bovendien is de Aziatische fruitvlieg, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, geen quarantaineplaag.

Als je deze vlieg zelf zou vinden rond je fruitbomen of composthoop, neem dan een foto en meld de vondst aan het FAVV via meldpunt@favv.be. Probeer ze eventueel zelfs te vangen in een potje. Op basis van deze meldingen kan het FAVV een beter en sneller overzicht krijgen wat betreft de frequentie waarmee deze plagen ons land binnenkomen en, bijgevolg, sneller maatregelen nemen om dergelijke introducties te voorkomen.